Over de mate waarin die al of niet succesvol zijn geweest, zijn vele evaluatierapporten en publicaties verschenen. Iets waar ik nu niet verder op inga, maar ik verwijs graag hiernaar.
Vertrouwen nauwelijks nog toegepast
In deze blog wil ik met name focussen op een ‘oplossing’, die door vrijwel iedereen wordt omarmd, maar in de praktijk niet of nauwelijks wordt toegepast. Veel beleidsdocumenten doen bij lezing twee keer de tranen lopen. Eerst tranen van vreugde bij het lezen van deel een. In dat deel wordt geschreven dat iedereen z’n verantwoordelijkheid neemt, eenieder het goede wil. Dat er veel goede ontwikkelingen zijn waar te nemen, ruimte gegeven moet worden aan de professionals, enzovoort, enzovoort. Prachtig, prachtig.
Dan tranen van verdriet. In het tweede deel lees je over de maatregelen, de ingrepen, de controle en beheersdrang, enzovoort, enzovoort. Dit alles leidt vaak tot nog meer registratie- en administratieve lastendruk. Kortom: eerst regels en voorschriften en dan misschien vertrouwen.
Regels en uitgebreide voorschriften
Laten we nu eens kijken naar het Integraal Zorgakkoord (het IZA). Alle goede voornemens in het eerst deel van de nota maken in het tweede deel plaats voor ‘regels en uitgebreide voorschriften’ in de wijze waarop men in aanmerking kan komen voor ‘transitiegelden’.
Ik heb een zeer grote waardering voor Pauline Terwijn, die in Zorgvisie zegt niet te wachten op financiële prikkels, maar gewoon aan de slag gaat in de regio. Men is daar een aantal jaren geleden begonnen met innovatie en vernieuwing en met zeer goede resultaten. Die goed passen bij de doelstellingen in het eerste deel van de IZA-nota. Er zijn in het gehele land vele voorbeelden van de regio Boxmeer. Lees ook hiervoor Zorgvisie: de vele voorbeelden rollen in elk nummer over tafel.
Wordt het niet al(lang) gedaan?
Met andere woorden, de werkvloer voert het eerste deel van het IZA al uit. En dat is al jaren zo. Ondanks – vaak terecht – geklaag over de zeer grote registratie-en administratieve lastendruk, hebben de zorgprofessionals en de patiënten hun verantwoordelijkheid genomen. Namelijk door te blijven innoveren, kwaliteitsverbetering door te voeren en patiënten meer (eigen) regie te geven.
Men is daarbij zeker ook geholpen door technologische en wetenschappelijk ontwikkelingen, die op en via de werkvloer effectief worden geïmplementeerd. Beloon deze professionals en patiënten vanuit het beleid niet met nog meer regels, registraties en richtlijnen, maar met het meest effectieve en goedkoopste (beleids)medicijn, namelijk: vertrouwen.
Het medicijn werkt écht
In de afgelopen veertig à vijftig jaar hebben zij bewezen dat deze werkzame stof écht werkt. Die werkzame stof is de zelfgenomen verantwoordelijkheid door zorgprofessionals en patiënten. Het gaat er alleen nog maar om dat beleidsmakers (bijvoorbeeld overheidgerelateerde organisaties, zorgverzekeraars en in zekere mate ook instellingsbestuurders), dit medicijn gaan voorschrijven en ook zelf gaan gebruiken. Het is nog goedkoop ook, beter gezegd gratis. Bovendien ligt er veel van dit medicijn ongebruikt op de plank. Dus aan voorraden geen gebrek.
En natuurlijk pleit ik niet voor blind vertrouwen. Zeker niet. Sterker nog: om dat vertrouwen te blijven verdienen, is transparantie essentieel.
In een volgende blog kom ik daar op terug. De wijze waarop transparantie kan worden vormgegeven, is namelijk afhankelijk van hoe het zorglandschap zich verder ontwikkelt.
Door: Guus van Montfort, hoogleraar Zorg, economie en medische technologie
Hear hear!