Het aandeel van de chronische zorg in de totale kosten bedroeg in 2013 46 procent. Dat was in 2003 39 procent. Die percentages verschillen per financieringsbron. Bij de Zorgverzekeringswet in 2013 ging 44 procent van de uitgaven naar chronische zorg. Voor de AWBZ bedroeg dat percentage 73 procent. Voor de Wmo en andere wetten die met belastinggeld werken, was dat in dat jaar 29 procent.
Chronische zorg
In 2013 bedroegen de kosten van chronische zorg 43,8 miljard euro. Dat staat boven in deze column. Van deze kosten nemen de bekende chronische aandoeningen 56 procent in: diabeteszorg 1,8 miljard euro; dementie 5,4 miljard euro; verstandelijke beperkingen 7,9 miljard euro; hart- en vaatziekten 4,0 miljard euro; zorg na een beroerte 2,5 miljard euro en astma COPD en andere longziekten 3,3 miljard. De resterende 44 procent gaat naar minder vaak voorkomende chronische aandoeningen.
Berekening
In 2011 hadden 5,3 miljoen Nederlanders een of meer chronische aandoeningen. Zij besteedden toen aan zorg 40,7 miljard euro. Dat is per persoon afgerond 7700 euro. Voor Nederlanders zonder chronische aandoeningen was dat bedrag.4270 euro. Deze bedragen heeft niet het RIVM berekend: Ik deed dat zelf.
Drie wetten
Uit al deze cijfers blijkt dat het de moeite loont om in Nederland specifiek beleid voor chronische zorg te ontwikkelen. Dat beleid geldt tegelijk voor de Wmo, Zorgverzekeringswet en Wet langdurige zorg. Want mensen met chronische aandoeningen komen in elk van de drie wetten naar voren. Vaak maken zij tegelijk gebruik van meer dan één wet. Ik zou willen dat beeldvorming en beoordeling van zorgbehoeften bij mensen met chronische aandoeningen op dezelfde professionele wijze gaat gebeuren en per cliënt maar één keer plaatsvindt. De toekenning van zorg per wet kan daarna apart plaatsvinden.
Blended learning
Zelfmanagement bevordering met behulp van cursussen en websites heet blended learning. Dit bespaart kosten van chronische zorg, zo blijkt uit menig onderzoek. Geen van de drie genoemde wetten vergoedt de kosten van blended learning voor cliënten of patiënten die dat willen. Laat staan dat zij korting op de te betalen gemeentebelasting of verzekeringspremie bieden aan cursisten die klaar zijn.
Bundled payment
Mensen met chronische aandoeningen hebben veel contacten met huisartsen, specialisten en andere professionals. In de USA ontvangen hulpverleners daarom voor hen een abonnementstarief. Dat heet daar bundled payment. In Nederland bestaat sinds 2010 zo’n betaling voor mensen met diabetes, COPD en verhoogd risico op hart- en vaatziekten. Maar er zijn veel patiënten met andere typen chronische aandoeningen. In de afgelopen jaren is dit goede initiatief niet uitgebreid naar die andere groepen.
Kortom, wie kosten wil beheersen in de zorg, ontwikkelt beleid voor chronische zorg en vergeet beleid per wet of per soort zorgaanbieder.
Inderdaad: klantgericht werken i.p.v. aanbodgericht zoals de wet en regelgeving nu georganiseerd is.
In nieuw beleid voor de chronische zou meer focus op preventie en op vroegtijdige signalering van verergering van de klachten moeten zijn. Dit is in bepaalde regionen in Spanje effectief gebleken. Een speciaal opgeleide verpleegkundige is de casemanager van de chronische patiënt. Deze ziet toe op resultaten van zelfassessment door de patiënt en neemt de regie in de multidisciplinaire afstemming en behandeling. Ook heeft deze casemanager contact met de plaatselijke overheid. Er wordt namelijk van uitgegaan dat de sociale omstandigheden (sociaal netwerk, financiën, huisvesting) van de patiënt van invloed is op zijn ziektebeloop. Wat je verder ziet is dat gezondheidsinstellingen en overheid de krachten bundelen om door middel van gezamenlijke en eenduidige communicatie een gezonde leefwijze te propageren.
Over enkele jaren is half Nederland chronisch ziek. De vraag is ook nog eens goed te kijken naar het getal van 5,3 miljoen chronisch zieken en de gehanteerde definities. Het moet niet zo zijn dat er onnodig geld verspild wordt. De farmaceutische industrie is hier 'dol' op.
Onder de heldere maar schrikbarende cijfers, die Schrijvers boven water haalde, ligt nog wel het feit dat de maatschappij niet in staat is haar preventie op orde te krijgen. Het loslaten van de ooit goed geborgde hygiëne rond houding en bewegen bij het kind en het toegenomen ( verkeerde) zitten zal de incidenties van chronische aandoeningen, waarvoor we later hulp zoeken , alleen maar doen stijgen . Dit volgens het zelfde RIVM. De pathogenese tussen zitten een aandoeningen weer met de anatomie en fysiologie in de hand snappen is het begin van goede preventie.