De controverse niet schuwend, verheldert Martien Bouwmans, die zelf jarenlang in de zorgverzekeringswereld heeft gewerkt, waar het goed en waar het fout gaat. Hij neemt stelling in verwarrende discussies. In lijn met het IZA, maar wel met voor alle partijen belangrijke verbeteringen. Voer voor de verkiezingsprogramma’s?
1. Onder druk
Het Nederlandse zorgstelsel staat onder druk. Personeelstekorten, wachtlijsten. Maar staat het op instorten? Of functioneert het in de kern eigenlijk best nog wel goed? De basisverzekering staat nog als een huis. Iedereen heeft een (betaalbare) zorgverzekering met grote dekking. Solidair gefinancierd. Op de langere termijn dienen de zorgkosten wel beter beheerst te worden. Anders wordt de verzekering onbetaalbaar.
2. Betere organisatie
Problemen doen zich nu vooral voor in de zorgverlening zélf. (Personeels)tekorten in de zorg vragen op de korte termijn om meer efficiency en betere organisatie van de zorg. Meer doelmatigheid, efficiënter gebruik van het bestaande personeel. Betere organisatie van de zorg is de sleutel. Ook om de huisartsenzorg te ontlasten, en minder administratieve druk te creëren.
3. Een goed plan
Het IZA is in de kern een goed plan, met een juiste richting. Met zicht op een betere organisatie en samenwerking binnen de zorg. En op kostenbesparing op de korte, maar vooral langere termijn. Het vizier is gericht op meer preventie, concentratie van ziekenhuiszorg, en vooral ook op samenwerking met het gemeentelijk sociaal domein.
4. De zorg veranderen?
Maar, Het IZA probeert met veel experimenten, thematafels en regioplannen waarbij alle spelers betrokken worden (financiers en zorgverleners), de zorg te veranderen. Een klassiek poldermodel. Er is geen duidelijke richting waar we naar toe werken. De doorzettingsmacht is slecht geregeld, terwijl de belangen in de zorg juist zo groot zijn. Niemand kan knopen doorhakken. Dat is vragen om moeilijkheden. Meer sturing en regie is nodig, zowel landelijk maar vooral ook in de regio.
5. Structuur van zorg in wetgeving
Zorgverzekeraars en gemeenten zouden op het lokale/regionale niveau meer doorzettingskracht en power moeten krijgen om de in-effectieve organisatie van de eerstelijnszorg sterk te verbeteren. Om eerstelijnszorg nauw te verbinden met het sociaal domein. Het gaat om verbeteren van de organisatie en infrastructuur van de zorg, niet om het medisch handelen. Die (gezamenlijke) opdracht om de structuur van zorg en ondersteuning beter te regelen wordt via wetgeving vastgelegd.
6. Wijkoverstijgend
De huidige eerstelijnszorg is erg gefragmenteerd en opgeknipt in tal van (individuele) zorgverleners. Dat is erg ondoelmatig en clientonvriendelijk. Beter is het om team-vorming te bevorderen, wijkgericht te werken, waarbij in teams samengewerkt wordt tussen eerstelijnszorg (o.a. huisartsen, wijkverpleging) en de gemeentelijke ondersteuning (maatschappelijk werk). En gemeenschappelijke niet-zorgtaken op een hoger, soms wijkoverstijgend niveau te organiseren (zoals ICT, personeel, administratie e.d.)
7. Minder detailcontrole
Zorgprofessionals zouden meer zélf meer moeten gaan over hoe de zorg het best kan worden ingezet en verleend. Minder detailcontrole, en meer vertrouwen in het (autonome) medisch handelen. Anderzijds ook beter onderling samenwerken.
Om dat te bereiken zouden individuele zorgverleners minder op basis van( be)handelingen betaald moeten worden, maar met een eigen budget moeten kunnen werken. Dat budget komt tot stand door de zorgzwaarte van de patiënten sterk mee te laten wegen. Alléén zo kan er méér accent komen op preventie.
8. Gezamenlijke regie
Sturen op de lokale (en regionale) zorginfrastructuur moet gaan plaatsvinden door regie van gemeenten en (grootste) zorgverzekeraar gezamenlijk. Gezamenlijke regie geeft meer (democratische) legitimatie en doorzettingsmacht. In Zvw en Wmo dient de functie van regie op organisatie en infrastructuur van eerstelijnszorg en sociaal domein vastgelegd.
9. Veranderingsrichting
Veranderen van de organisatie van de eerstelijnszorg hoeft niet meteen en op stel en sprong. Het gaat om de veranderingsrichting. Wat gewenst is mag financieel bevoordeeld en gestimuleerd, wat minder doelmatig of onnodig is zou niet langer (in gelijke mate) betaald moeten worden. Meer sturing en regie, kortom, op hoe we de zorg ingericht willen hebben.
Door: Martien Bouwmans, zorgstelselkenner
De tweede, vernieuwde, druk van Het zorgstelsel ontrafeld, verscheen gisteren 4 september 2023. Eerder sprak onze redacteur Bart Kiers met hem in de podcast Voorzorg. Luister de aflevering!
Executive seminar Samenwerken of concurreren
Het zorgstelsel in een breder perspectief
30 november 2023, Utrecht