Is het huidige model al niet eenvoudig, met een vast en een vrij systeem waartussen telkens dbc’s worden overgeheveld, het nieuwe model is helemaal onnavolgbaar. Plots is er een extra segment verschenen. Een soort tussenstop voor dbc’s die niet ineens van vast naar vrij zijn om te rekenen. Die dbc’s mogen ziekenhuizen produceren zo veel ze willen, maar voor een maximumprijs. Helaas is het vrije segment minder vrij: ziekenhuizen mogen een maximumpercentage van de winst houden, afhankelijk van hun productie in het voorgaande jaar. Het model lijkt verdacht veel op de gehate maatstafconcurrentie die de branche buiten de deur wist te houden.
Men had gewaarschuwd kunnen zijn: als het volume in het b-segment de pan uit zou rijzen, zou Klink een prijsplafond over het hele systeem leggen. Nu heet het plafond geen maatstaf, maar ‘z-waarde’. Ondertussen houdt DBC-Onderhoud zich bezig met een omvangrijke operatie waarin ze dertigduizend dbc’s moet ombouwen in drieduizend zorgproducten. Niemand heeft nog een idee hoe dit de financiering gaat beïnvloeden. Waarnemend NZa-voorzitter Cathy van Beek moest tijdens het medisch specialistencongres in De Rode Hoed erkennen dat DBC-Onderhoud geen exacte cijfers kan leveren. Een globale schatting komt uit op vijf procent meer of vijf procent minder omzet. Daardoor zouden tien ziekenhuizen omvallen. De NZa vindt dit risico te groot.
Nadeel van het z-waardemodel is dat het de minder goed presterende ziekenhuizen beloont. Wie duur is en minder omzet haalt dan vorig jaar, kan op een gegarandeerde minimumomzet rekenen. Ziekenhuizen die wel efficiënt en goedkoop zorg weten te leveren, hebben pech. Dikke kans dat het draaien van meer productie wordt gestuit door het NZa-plafond. Wordt het niet eens tijd om goede ziekenhuizen de kans te geven om zich op de markt te bewijzen? Dat lijkt een stuk heilzamer dan zwakke broeders kunstmatig in leven te houden. (Zorgvisie – Mark van Dorresteijn)
Lees meer: