Verdeel de schaarste: afspraken over hoeveel personeel in de zorg werkt
We zijn van een economie van ‘plenty’ in een economie van schaarste beland en dat terwijl er – ook buiten de zorg – heel veel maatschappelijke opgaven zijn. Waar ‘vroeger’ voornamelijk de financiën de bottleneck waren, is arbeid dat nu (ook) in belangrijke mate. Uit cijfers van het RIVM en het CPB blijkt dat er anno 2022 1 op 6 personen in de zorg werkt en dat dit bij ongewijzigd beleid oploopt tot 1 op de 4 in 2040. Dit is in toenemende mate onhoudbaar, mede gelet op andere sectoren waar ook veel personeel nodig is.
We zien al jaren dat de financiën dominant zijn in het zorgakkoord. Ook de recente brief vanuit NFU, NVZ en FMS aan VWS lijkt uit te gaan van financiën als het dominante sturingsmechanisme. Uiteraard ‘sturen’ de financiën de inzet van personeel. Maar nu de factor personeel financiën als grootste bottleneck heeft ingehaald, lijkt het ons een het goed idee om een Personeel Kader Zorg (PKZ) op te stellen. Het PKZ moet naast het Budgettair Kader Zorg (BKZ) worden opgesteld en beschrijft met hoeveel fte’s de zorgsector de komende jaren de zorgvraag moet leveren. Daarbij wordt bepaald hoe we het beschikbare personeel het beste kunnen inzetten om de maximale gezondheidswinst te behalen, in relatie tot alle andere maatschappelijke opgaven die er liggen. De exacte naleving hiervan is nog wel een puzzel, maar voor Nederland is het van groot belang dat we de niet langer de ‘financiële taart’ maar de ’personele taart’ gaan verdelen. En voor de zorg is het bovendien van het grootste belang dat dit zo snel mogelijk op een duurzame manier gebeurt: als we dit niet doen wordt de taartpunt voor zorg in rap tempo kleiner.
Concrete doelstellingen
Het stellen van heldere (tussentijdse) doelen en een bestuurlijke PDCA-cyclus is van belang om het integraal zorgakkoord te laten slagen. Concrete doelstellingen klinken goed, maar zijn in de praktijk zo makkelijk nog niet bij akkoorden op macroniveau. Toch hierbij een paar voorbeelden van mogelijke heldere doelstellingen naast het al genoemde personele kader:
- Concrete doelstellingen op gezondheid: BMI naar een bepaald percentage, concrete doelstellingen op bewegen, roken afbouwen naar nul, vaccinatiegraad, et cetera;
- Concrete doelstellingen op concentratie en spreiding van zorg, bijvoorbeeld concentratie van congenitale hartzorg uiterlijk in 2024 doorgevoerd;
- Concrete doelstellingen op het gebied van regionale samenwerking waarbij nieuwe zorgleveringsmodellen zijn geïmplementeerd. Hierbij kunnen bijvoorbeeld doelen op percentage digitale zorg en verplaatsing van zorg naar de thuissituatie worden gesteld.
Regie op uitvoering
De contouren van het zorglandschap van de toekomst zijn bekend, het realiseren ervan is niet altijd even makkelijk. Keer op keer zien we echter dat het zorgveld zich wel positief over de doelen uitspreekt, maar dat de realisatie achterblijft. Regelmatig wordt het onmogelijke van zorgaanbieders gevraagd. We zagen dit recent nog bij de concentratie van congenitale hartzorg waar het zorgveld zelf maar niet uitkomt. Iets dergelijks speelt ook bij het verplaatsen van ziekenhuiszorg naar de thuissituatie. In beide gevallen wordt een zorgaanbieder gevraagd met iets te stoppen, waarbij de compensatie voor de vaste kosten die door blijven lopen ontoereikend is. Dit alles vraagt om meer regie door VWS, zorgverzekeraars en eventueel partijen als Zorginstituut Nederland en de Nederlandse Zorgautoriteit en begeleiding dan er in de afgelopen jaren is geweest.
Het voorgestelde Personele Kader Zorg, de concrete doelstellingen en de regie op de uitvoering versterken elkaar. De juiste inzet van personeel op de juiste plek versnelt de benodigde transitie van het zorglandschap en vergroot de kans dat de concrete doelstellingen worden bereikt.
Voorbereiding en regie voor een hogere pandemische paraatheid
De lijst met lessen van de pandemie is inmiddels in een aantal rapporten beschreven. Een greep uit deze lessen laat zien dat er best veel optimalisaties mogelijk zijn, maar dat alleen een combinatie van maatregelen echt het verschil maakt. Er is helaas geen silver bullet, niet hier en ook niet in het buitenland. Zo is het proactief stimuleren van risicogroepen door huisartsen om tijdig vaccinaties te halen een goed idee, en ook is het verstandig om ziekenhuiszorg via telemonitoring thuis te laten uitvoeren en gebeurt dit nog lang niet overal.
Tot zover een greep uit ons wensenlijstje – want we vergeten nog de juiste zorg op de juiste plek, het ontregelen van de zorg en nog wel meer. Hoe ziet uw wenslijstje eruit?
David Ikkersheim en Luuk Versluis zijn partner bij KPMG Health
Goed idee van KPMG om een “wensenlijstje IZA 2022” te maken. Het Personele Kader Zorg ( PKZ ) is nieuw. Getracht wordt daarin de gewenste verdeling van het containerbegrip “Personeel” over de branches heen te becijferen. Ze hanteren “fte” als rekeneenheid, maar “fulltime” devalueert ( 28/7 of nog 36/7 ?) en de arbeidsvoorwaarden zouden dan ook zorgsector breed ( nationale CAO voor verpleegkundigen en verzorgenden IG ?) geharmoniseerd behoren te worden ( pamflet 6 juli alle CAO partijen ). Vervolgens zullen de schaarse professionele dragers van de zorg ( artsen, verpleegkundigen, verzorgenden IG en verpleegkundig specialisten GGZ of AGZ e.a. ) eerlijk verdeeld moeten worden. Een en ander is mogelijk, maar benadert een nationalisering van de sector ZORG en betreffende overheidsbekostiging. Misschien is de winst de opheffing van verzekeraars voor uitvoering van basiszorg en langdurende zorg? Terug naar af?