Vrijgeven van de markt en stimuleren van ondernemerschap helpen niet mee de zorgkosten te beteugelen. Neem nu de hartdotters. Eerst was dotteren voorbehouden aan een aantal hartcentra, daarna versoepelde de vorige VWS-minister de eisen en nu willen steeds meer ziekenhuizen een eigen dottercentrum. Een kleine drempel is de benodigde vergunning, maar VWS is coulant en heeft er al een dertigtal verleend. Al die ziekenhuizen moeten investeringen doen voor hun nieuwe dottercentrum en dat kost geld. Aan de andere kant ontstaat kapitaalvernietiging doordat grote hartcentra patiënten kwijtraken aan nieuwe spelers op de markt. Een groot ziekenhuis als het Catharina in Eindhoven is inmiddels een kwart van zijn dotterpatiënten kwijtgeraakt. Hetzelfde dreigt nu te gebeuren met de transcatheter hartklepinterventies (TPI’s). VWS probeerde het aantal vergunningen in te perken tot vijf, maar dat lukte niet. Het Eindhovense ziekenhuis vocht de beslissing succesvol aan en heeft nu, evenals vijf andere ziekenhuizen, toch een vergunning in de wacht gesleept.
Eén front
Bij andere behandelingen is eenzelfde trend te verwachten. Ingrepen waaraan valt te verdienen, houden zorginstellingen graag binnenboord. En dan hebben we het nog niet eens over de opmars van gespecialiseerde centra. VWS voorziet nu een prominente rol voor de zorgverzekeraars. Er is al wat beweging gaande. CZ gaat daadwerkelijk ziekenhuizen uitsluiten voor borstkankerzorg en heeft al aangekondigd hetzelfde te gaan doen voor andere kankerbehandelingen. Achmea hoopt weliswaar dat ziekenhuizen er zelf uitkomen, maar zal als uiterste consequentie ook ziekenhuizen uitsluiten. Als de verzekeraars zich niet uit het veld laten slaan door heftige discussies, beschuldigingen en rechtszaken, is dit misschien de uitweg. Eén front vormen, is van belang. Anders lopen vooruitstrevende zorgverzekeraars het risico te worden ‘beloond’ met klantenverlies en zijn we terug bij af. (Zorgvisie – Carina van Aartsen)
Lees ook:
Concentratie van zorg en reductie van zorgkosten hebben weinig met elkaar te maken. Het bewijs gaat in de richting van een negatieve relatie. Vertrouwen in gezamenlijk optrekkende zorgverzekeraars lijkt mij ook kansloos. Immers zorgverzekeraars worden er individueel niet beter van als de gemiddedelde kosten dalen. Voor hen is het interessant om minder kosten te maken dan hun concurrenten, ongeacht het niveau van de kosten. Daarnaast zou een gezamenlijke actie wel leiden tot een sterk reputatieverlies voor de verzekeraars. En daar hebben ze individueel wel last van. Dit is niet de richting. Kijk nog eens naar de onverklaarbare regionale variatie, daar lijkt wel wat in te zitten.