In 2006 startte de Nederlandse Patiënten Consumenten Federatie haar queeste naar een wet die u als patiënt meer invloed zou geven. Werktitel: de Zorgconsumentenwet. Dat werd al snel de Wet cliëntenrechten Zorg, de WcZ. Die sneuvelde helaas in 2010 in de Tweede Kamer.
Wkkgz
Het voorstel was ook wat al te ambitieus geworden: behalve klachtenbehandeling had de wet betrekking op goed bestuur, medezeggenschap en zelfs de toelating van zorginstellingen. Maar wij zetten door en kunnen de burgers nu blij maken met het voorstel voor de Wet kwaliteit, klachten en geschillen zorg. Kortweg: Wkkgz. Die andere onderwerpen, daar maken wij wel weer een paar nieuwe wetten van. Als de voortekenen niet bedriegen, gaat de Eerste Kamer hier geen gehakt van maken en bent u straks gegarandeerd van een nette afhandeling van uw klacht. Dat bent u in veel gevallen nu ook al, maar dan staat het ook echt in de wet. Verandert er dan veel, vraagt u zich misschien af?
Sterkte
Nou, nee, eigenlijk niet. Ziekenhuizen en ouderenzorginstellingen hebben klachtenfunctionarissen in dienst die u begeleiden als er iets mis is gegaan tijdens de behandeling of het verblijf van u of uw naasten. Zij kunnen bemiddelen tussen u en de behandelaars. Dat is wat u het liefste wilt, zo weten wij uit ervaring en onderzoek. Daarmee blijft de onderlinge relatie goed en wordt het vertrouwen hersteld. Klachtenfunctionarissen bemiddelen zich een slag in de rondte en dat heeft er al toe geleid dat ruim negentig procent van alle klachten op deze laagdrempelige manier tot een goed einde zijn gebracht. Wellicht kan de Wkkgz ervoor zorgen dat dit percentage nog verder omhoog gaat. Klachtencommissies, daar zijn wij niet meer van. Eerst leken deze interne commissies een mooi instrument om een oordeel uit te spreken over een klacht. Maar dat leidde tot te veel juridisch gekrakeel dat de partijen nog verder uit elkaar dreef in plaats van ze bij elkaar te brengen. Hoewel niet meer verplicht, vinden wij het ook geen punt als de klachtencommissies toch blijven. Wij wensen u sterkte. De Wkkgz: nieuwer konden wij het niet maken.
Op de vraag of er door de Wkkgz veel verandert antwoordt mw.Aartsen met: ‘Nou, nee, eigenlijk niet’.
Een betere reactie voor het tot gehakt verheffen van dit wetsvoorstel is eigenlijk niet goed voorstelbaar.
Terecht stelt de Eerste Kamer kritische vragen over de noodzaak van dit wetsvoorstel. In haar uitvoerige reactie tracht de Minister met veel omhaal van woorden die kritiek te pareren. Tevergeefs in mijn optiek. Met het huidige klachtrecht is immers weinig mis en aan nieuwe regelgeving, die overigens volledig voorbijgaat aan de (wel) goed functionerende klachtencommissies in de eerste lijn/ huisartsen zorg(rapport Nivel), bestaat m.i. geen enkele behoefte.
Ik vind het ‘knap’ om de nieuwe wet eventjes kort en krachtig weer te geven. Er ontbreekt hierboven een belangrijk element. Vele patiënten vallen met hun klacht en schade straks niet meer in de handen van waarborgfondsen (juist ja die beheerd worden door diezelfde ziekenhuizen), maar kunnen terecht bij geschillencommissies buiten de ziekenhuizen, die tot een bepaald, relatief hoger bedrag kunnen toewijzen aan de patiënt-slachtoffer. Ik hoop dat dat gaat werken. Tevens hoop ik dat patiënten meer en meer de keuze krijgen om verwezen te worden naar onafhankelijke begeleiders, niet zijnde de klachtenfunctionarissen van ziekenhuizen. Want alle klachtenprocedures in de kwaliteitsystemen schrijven voor dat de patient toegeleid wordt naar de klachtenfunctionaris. Dat is niet echt onafhankelijk, vind ik.