In mei 2017 stonden de kranten er bol van: ‘Het nieuwe kabinet moet de komende jaren fors investeren in de verpleeghuiszorg’. Mede naar aanleiding van het zorgmanifest van Hugo Borst en Carin Gamers liet staatssecretaris Van Rijn, onder druk van de Tweede kamer, het Zorginstituut een norm opstellen waaraan de kwaliteit van zorg moet voldoen. De adviezen van het Zorginstituut zijn bindend en uiteindelijk vertaald in het kwaliteitskader Verpleeghuiszorg. Het beschrijft wat cliënten en hun naasten mogen verwachten van verpleeghuiszorg en het geeft een richtlijn voor de personeelssamenstelling.
Kwaliteitsmiddelen
Om aan het kwaliteitskader te voldoen, is volgens het Centraal Planbureau een bedrag van 2,1 miljard euro nodig. Dat geld is beschikbaar gesteld in tranches via zogenaamde kwaliteitsmiddelen. Dit jaar, 2021, is de laatste tranche, waarna de kwaliteitsmiddelen vanaf 2022 opgenomen worden in het reguliere tarief. Verpleeghuizen hebben met behulp van de kwaliteitsmiddelen extra personeel aangetrokken om te kunnen voldoen aan de kwaliteitskader en om persoonsgerichte zorg vorm te geven.
Hoger beroep
Nu, nog geen vier jaar later, hangen er donkere wolken boven de verpleeghuissector in de vorm van onzekerheden in de bekostiging. Op 17 februari 2021 was het hoger beroep van de zorgkantoren om een korting van 6 procent op het tarief erdoor te krijgen. De NZa werkt aan een nieuw model voor bekostiging van verpleeghuizen waaruit blijkt dat er een potentiele verbeterruimte is van 7 procent. De zorgkantoren laten weten dat een deel van de kwaliteitsmiddelen in 2022 mogelijk toch niet in het tarief landen en ook is de verwachting dat er een negatieve indexatie volgt uit de vergoeding voor de CAO 2022 (OVA). En dan de wens van ZN om te gaan onderhandelen over de NHC.
Zeepbel
Zien we hier een zeepbel? Geblazen vanuit de verwachting dat er structureel geld beschikbaar is om te voldoen aan het kwaliteitskader, zoals door het Zorginstituut beschreven? En wat als de zeepbel uit elkaar spat en genoemde onzekerheden worden bewaarheid? Het antwoord laat zich raden: we hebben een kwaliteitskader waaraan we moeten voldoen, maar geen geld meer voor het daarvoor extra benodigde personeel.
Het gevolg?
Edwin Kalbfleisch RA MCM,
Lid raad van bestuur Topaz, Leiden