Er is iets grondig mis. Veel ouderen zeggen liever dood te gaan dan in een verpleeghuis opgenomen te moeten worden. Daarom heeft Jan Slagter – omroepdirecteur van MAX – aangekondigd een eigen verpleeghuis te starten. Volgens Slagter is kleinschaligheid de sleutel tot het verlenen van goede zorg. Ik vraag mij af welk probleem Slagter probeert op te lossen. Wordt het aantal kleinschalige eenheden in dit nieuwe verpleeghuis zo groot dat de meer dan honderdduizend verpleeghuisbewoners daar kunnen wonen? Dat zal ‘m niet worden.
Zijn er in Nederland geen voorbeelden waaraan we kunnen zien dat ‘we met hetzelfde geld betere zorg kunnen verlenen’? Ook mis. Veel mensen met dementie worden binnen de budgettaire kaders thuis verzorgd en verpleegd. Er is de Hogeweyk in Weesp, een wijk met 23 woningen ieder voor zes tot zeven bewoners: tot voorbij de landsgrenzen een lichtend voorbeeld van residentiële zorg. In Den Haag wonen in Royal Rustique mensen met ernstige psychogeriatrische problematiek zelfstandig in daarvoor geschikt gemaakte herenhuizen. In De Meridiaan in Capelle aan de IJssel wonen mensen met cognitieve beperkingen in door hen zelf gehuurde kamers en geven daar richting aan hun leven op basis van hun eigen mogelijkheden. De Herbergier heeft met een soortgelijk concept een succesvol franchisemodel gemaakt.
Institutionele standaarden
Omdat er al decennia discussie is over de kwaliteit van verpleeghuizen is de hamvraag waarom deze schoolvoorbeelden niet nationaal doorbreken. Waarom is het voorlopers zoals Hans Beckers – bestuursvoorzitter van Humanitas – niet gelukt om de sector van binnenuit te veranderen? Het antwoord is verbluffend. Politici, bestuurders en professionals denken het beter te weten en nemen de regie over van mensen met dementie. Terwijl geen enkele voorziening zo goed zorg op maat kan verlenen als een naaste thuis. Ook al is die zorg thuis technisch gesproken misschien minder goed, niet hygiënisch en weinig effectief. Maar dat ‘minder’, ‘niet’ en ‘weinig’ is volgens institutionele standaarden. Voor mensen met dementie blijft institutionele zorg een mager surrogaat voor wat zij zelf met hun naasten willen organiseren. In zo’n wederkerige relatie spelen geborgenheid, vertrouwen en waardigheid de boventoon. Een diagnose dementie betekent niet dat alles uit je handen mag worden geslagen. Daarom introduceerde Beckers in zijn verpleeghuizen de ‘JA-cultuur’, waar mensen zo veel als mogelijk hun leven leven volgens eigen normen en waarden.
Naasten ondersteunen
Het is nog niet lang geleden dat ouders hun zieke kinderen bij de poort van het ziekenhuis moesten afgeven omdat de dokter en de zuster het beter wisten. Die vooringenomenheid is niet meer. Tegenwoordig worden ouders en familieleden sterk betrokken bij de behandeling van hun kind. Nog steeds verrichten professionals hun technisch hoogstaande, hygiënische en effectieve ingrepen maar daarna treden zij terug en ondersteunen het kind en zijn familie op de weg naar herstel.
Laten wij dit als als spiegel en mensen met dementie en hun naasten ondersteunen op basis van wat zij zelf willen, kunnen en moeten doen. Bij mensen thuis zijn professionals op afstand, invoelend en dienstbaar. In institutionele voorzieningen halen zij de naasten naar binnen en geven hun ruimte om deel te nemen in de verzorging.
We moeten de ramen wijd open zetten. Daardoor neemt het informele toezicht toe, kunnen verwachtingen op elkaar worden afgestemd en kan het verlies van dierbaren beter worden verwerkt.
Rudi Westendorp is hoogleraar ouderengeneeskunde en directeur van de Leyden Academy on Vitality and Ageing
Over hoe je de naaste meer betrekt bij de verpleeghuiszorg hebben Tineke van de Klinkenberg en Hetty Willems een paar jaar geleden een mooie methode ontwikkeld http://www.zorgvisite.nl/doel-website/project-houd-de-naaste-vast/ En gelukkig wordt deze ook toegepast op diverse plekken.
3. Een diagnose dementie betekent niet dat alles uit je handen mag worden geslagen. Daarom introduceerde Beckers in zijn verpleeghuizen de ‘JA-cultuur’, waar mensen zo veel als mogelijk hun leven leven volgens eigen normen en waarden.’
FC: Hè? Nu weer een pleidooi voor intramurale zorg voor dementerenden?
4. Bij mensen thuis zijn professionals op afstand, invoelend en dienstbaar. In institutionele voorzieningen halen zij de naasten naar binnen en geven hun ruimte om deel te nemen in de verzorging.
FC: Die stelling(en) moet dhr. Westendorp ook nog maar eens uitleggen, zo mogelijk in een reactie alhier. Want de eerste zin bevat een contradictio in terminis. En als de komma erin er niet had moeten staan, bevatten beide zinnen complimenten. Voor zowel extra- als intramurale zorg in hun algemeenheden, wat de verwarring alleen maar groter maakt.
Ik zou voorstellen dat dhr. Westendorp een serie blogs schrijft, waarin hij telkens één onderwerp uitdiept. Want ik zie nu een aantal ongerijmdheden en niet goed onderbouwde stellingen.
Een op zich interessant stuk van dhr. Westendorp, dat echter ook vragen en bedenkingen oproept. Ik probeer zijn stuk in stellingen samen te vatten en reageer daarop.
1. Er zijn al genoeg goede voorbeelden van goede verpleeghuiszorg; het initiatief van Jan Slagter is niet nodig.
FC: Dhr. Westendorp geeft als voorbeeld: ‘In Den Haag wonen in Royal Rustique mensen met ernstige psychogeriatrische problematiek zelfstandig in daarvoor geschikt gemaakte herenhuizen.’ Alhoewel hij ook voorbeelden geeft die misschien minder kosten, klinkt dat alsof dat alleen bereikbaar is voor de gefortuneerden.
2. Politici, bestuurders en professionals denken het beter te weten en nemen de regie over van mensen met dementie. Terwijl geen enkele voorziening zo goed zorg op maat kan verlenen als een naaste thuis.
FC: Daar ben ik het in principe mee eens. Maar hoeveel dementerenden hebben nog een naaste? De kans op dementie neemt exponentieel toe met de leeftijd, dus de kans lijkt me groot dat de langst levende van een ouder echtpaar erdoor getroffen wordt. Die dan dus geen partner meer heeft. En dat is toch echt nodig, want dementerenden hebben (al snel) 24-uurs toezicht nodig. Hoe is de percentuele verhouding tussen alleenstaande en niet-alleenstaande dementerenden?
Hans Beckers zette zij eigen koers uit. Had politiek niet niet nodig. Een echte Bestuurder. Daar ligt dan ook het probleem en de oplossingsrichting nl. Bestuurders die in staat zijn de koers te verleggen. Zal ook in 2015 de remedie blijken te zijn.
Rudi heeft helemaal gelijk vanuit de zorgvrager. De link naar de politiek is dat alle welbedoelende beterweters werken aan hoe het anders kan en vergeten hoe de zorgvrager het ervaart. Het is inderdaad anders als je in iemands domein komt of de ander komt in jouw domein. Dat is geen budgettair issue, dat is een menselijk issue. Daarnaast kan het ook veel efficiënter. Zeker als er een duidelijkere rol is voor de mantelzorger en naasten. Als mantelzorger heb ik zelf ‘het raam opgezet’ in een revalidatiecentrum, dat kan ook. Goede voorbeelden naar voren schuiven is heel goed, zorgvragers en naasten bewust maken dat ze zelf ook een stem hebben vind ik het meest belangrijk.
Van harte een met Rudi Westdorp. Vertrekken vanuit de ondersteuningsbehoefte van mensen zelf in plaats van aanbod ouderenzorg is de sleutel die aansluit bij wat mensen zelf willen.
De excessieve groei van allerlei adviesbureautjes die de combinatie wonen en ‘zorg op aanvraag’ voor 50plussers als nieuw gat in de markt zien zal het aantal zorgvragers doen stijgen. Er wordt zelfs niet voor teruggedeinsd om als oplossing aan te geven dat wonen in een groep het voordeel heeft dat de individuele PGB op één hoop gegooid kan worden en daarvoor zorg ‘op maat’ in te kopen voor de gehele woongroep van 50plussers. Mocht deze ontwikkeling succes hebben dan is zorg voorbestemd aan mensen die meer te bieden hebben aan de zorgverleners in de vorm van geld en efficiënt geclusterd wonen.
Rudi heeft gelijk met zijn verwijtende vingertje naar de politiek, maar blijkt zelf naief omdat hij niet lijkt te begrijpen waarom die politiek doet wat het doet. In dit geval is zorg in de omgeving van naasten niet budgettair controleerbaar. De kosten per patient kunnen lager zijn maar het aantal patienten zal explosief stijgen. Daar zullen de collegae artsen voor zorgen. De gevolgen kan onze economie niet dragen.
Rudi draagt nu bij aan de frustratie maar geheel niet aan de oplossing van het probleem.
van harte eens met de strekking van het artikel.
vooral het veel beter uitdragen en promoten van de goede voorbeelden zou toch heel goed kunnen via de brancheorganisaties, de patiëntenverenigingen en de overheid.
wie bindt de kat de bel aan.?
ook in de financiering zouden de voortrekkers veel meer beloond moeten worden.
een zeer terechte bijdrage, maar de vraagstelling is onjuist. en die onjuistheid leidt tot de vele interventies van die politici, bestuurders en professionals. die overigens doorgaans hun interventies met de beste bedoelingen op touw zetten.
zorg is veel incidenteler dan beleid verdraagt. het zijn niet de middelen, die de kwaliteit bepalen, maar de manier waarop de mensen die er van moeten profiteren en de professionals die er zorg mee leveren, daar mee omgaan. die is volstrekt afhankelijk van de individuele kwaliteiten van betrokkenen en die verschillen.
zoals geen twee patiënten gelijk zijn, zijn geen twee professionals gelijk; ook omgeving is altijd anders. dat gegeven verhoudt zich slecht met beleid, dat per definitie collectief en gestructureerd is en noodzakelijk gericht op gelijke behandeling van alle individuen.
twee omstandigheden worden daarbij van middel handicap:
1. in onze rechtsstaat heeft ieder mens dezelfde rechten en moet die kunnen effectueren; dit heeft in het recente verleden tot de claimstaat geleid, die de kosten uit de hand doet lopen.
2. de huidige liberale overheid om de kosten vooral te beperken voor de belastingbetaler; doordat de overgrote meerderheid van de belastingbetalers de zorg (nog) niet nodig heeft, maakt dat die zorg onbetaalbaar voor degenen, die haar wel nodig hebben.
niet solidariteit, ‘welbegrepen eigenbelang’, maar individueel eigenbelang heeft in de politieke besluitvorming de overhand; en dat gaan we berouwen.
Langer thuis ‘moeten’ doormodderen is met de Wmo 2015 al het devies voor dementerenden. Dit is een slopend proces voor de sociale kring, die steeds kleiner wordt. Als er eindelijk een plaatsje in het verpleeghuis beschikbaar komt, is de mantelzorger opgebrand en heeft niet veel puf om ook daar zijn diensten weer beschikbaar te stellen. Zodra er 24 uurs toezicht nodig is, moeten er betere (tussen)oplossingen komen . Dus er komt vast wel een burgerinitiatief, wat met wat startsubsidie de echte behoeften zal vervullen voor mensen die ietsje meer willen betalen. Maar als je dat niet kunt, ben je momenteel van de ‘armenzorg’ afhankelijk. En dan is die duikplank van Joep niet veraf. Of een Drionpil.