Artikel bewaren

U heeft een account nodig om artikelen in uw profiel op te slaan

Login of Maak een account aan
Reacties0

Zeven vette jaren en nu zeven…

Audrey van Schaik geeft een terugblik op haar tijd als bestuurder in de ouderenzorg. Een periode waarin de ouderenzorg om diverse redenen volop in de belangstelling stond.
Audrey Van Schaik
Audrey van Schaik, bestuursvoorzitter Kennemerhart

Toen ik in 2016 begon als bestuurder in de ouderenzorg kon ik niet overzien welke mooie jaren zouden volgen. Het begon namelijk verre van voorspoedig. Vlak na mijn aantreden werd ‘De zwarte lijst van minister van Rijn’ gepubliceerd. Met angst en beven bekeek mening zorgbestuurder of zijn/haar locatie(s) publiekelijk werd(en) gebrandmerkt. Naast gesprekken met de IGJ (Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd) moest tijd worden vrijgemaakt voor verontruste cliënten, familieleden, burgers, lokale kranten en politici. Immers de nuance ontbrak geheel in deze notering.

Kwaliteitskader

Maar bracht al deze media-aandacht ook niet iets goeds voor de ouderenzorg? Of het nu (populistische) politici waren, BN’ers, of de vader van de minister zelf, recht op betere zorg voor onze ouderen, was het geluid. Het kwaliteitskader verpleeghuiszorg werd vlak daarna gepubliceerd. Kwaliteitsgelden werden ter beschikking gesteld om aan dit kwaliteitskader te voldoen. Voor mijn organisatie, Kennemerhart, betekende dit voor de locaties met een kwaliteitsaandachtspunt een extra boost om dit te verbeteren.  Ineens ontstond de mogelijkheid om extra handen aan het bed te krijgen of gastvrouwen, kwaliteitsverpleegkundigen, en kookmedewerkers in te zetten. De locaties die al ruim voldeden aan het kwaliteitskader konden doorontwikkelen, innoveren en zelfs academiseren.

Regionale gelden

Regionaal werd samenwerking bevorderd door de inzet van regionale gelden en ontwikkelbudgetten van het Zorgkantoor. Dit was broodnodig in gebieden waar de bestuurders en medewerkers nog in een ouderwets concurrentiemodel zaten en zich bij de eerste regiobijeenkomst aan elkaar moesten voorstellen. Maar voor mijn regio, Zuid-Kennemerland, was dit anders. Samenwerkingen die al natuurlijk verliepen en initiatieven die al waren gestart kregen de wind mee en konden zich ontwikkelen tot landelijke best practices. (Zie CAZHEM /WZD: ‘Het gaat om de cliënt, dan moet je niet zeuren over geld’ – Zorgvisie en ‘We pluizen de lijst met verkeerde bedden samen secuur uit’ | medischcontact).

Media-aandacht

Belangrijker dan aanvullende financiële middelen is echter de positie die de ouderenzorg kreeg in het publieke debat. Dementie kreeg een gezicht, mede door media-figuren als Hugo Borst, Adelheid Roosen en Carin Gaemers. Dementie bleek niet ver weg, verborgen in een verpleeghuis, maar dichtbij. Jouw eigen vader en/of moeder, die een menswaardig bestaan zoekt, die gezien wil worden en een blijvende positie in de maatschappij verdient, kunnen getroffen worden door dementie. Het gevolg was dat de Rotary club, lokale ondernemersvereniging en de scouting, allemaal aanklopten om iets leuks te doen met mensen met dementie. ‘Fantastisch mensen, houd dat vooral vast’, dacht ik.

Sterfte door corona

Een dip was natuurlijk de coronaperiode. Vergat de overheid nu om beschermende middelen voor de verpleeg- en thuiszorgsector ter beschikking te stellen? Dat de ziekenhuislobby fors was, wist ik, maar dat dat dit zo verblindend werkte? Foei. Een aanzienlijk deel van de bewoners in mijn verpleeghuizen zijn gestorven in de eerste twee golven (respectievelijk maart-juni 2020 en juli 2020 -februari 2021). Op één locatie kwam zelfs meer dan de helft van de bewoners te overlijden. Hartverscheurend voor naasten, medebewoners en ook medewerkers. Dat trauma zit bij velen nog diep (zie Wachten op Maria: een kerstverhaal uit het verpleeghuis – Zorgvisie). Dat de overheid ruimhartig compenseerde is een pleister op de wonde. Fijn om niet als sector collectief in de rode cijfers te raken.

Kanteling

En nu? Dat dementie salonfähig is geworden is belangrijk. De verwachting is dat extra financiële middelen de komende jaren niet meer zo scheutig ter beschikking zullen worden gesteld. Was dat eerder wel terecht vanuit een achterstandspositie van de ouderenzorg of vanuit schuldgevoel? Relevant is vooral hoe de publieke opinie is gekanteld in de afgelopen periode. Mensen met dementie wegstoppen in een verpleeghuis is niet de oplossing. Ja, soms heeft iemand de bescherming en veiligheid van een gesloten afdeling nodig. Maar belangrijker is om als goede buur bereid te zijn om via de buurt-app de noodzakelijke boodschappen te doen of een maaltijd extra te koken voor een oudere met een hulpvraag. Of als het GPS-systeem voor jouw buurtgenoot met dementie een alarmering afgeeft, de dwalende oudere terug te brengen naar huis. Kortom, dat wij allen een bijdrage gaan leveren aan het welzijn van ouderen en niet meer kunnen zeggen: dat is voor de formele zorg. Dát is de ware noodzakelijke kanteling.

WOZO-programma

De minister voor langdurige zorg, Conny Helder, komt uit het veld. Ik kan haar nog niet beoordelen op resultaten. Maar menig bestuurder in de ouderenzorg kan de lijn van het WOZO (Rapport WOZO: Programma Wonen, Ondersteuning en Zorg voor Ouderen) goed volgen. Sterker nog, de ouderenzorg doet moedigere uitspraken dan de curatieve zorg. Daarbij zijn de houdbaarheid van de zorguitgaven, dubbele vergrijzing, de beschikbaarheid van zorgmedewerkers, mantelzorgers en het beroep op de cliënt zelf, naasten en de samenleving heel duidelijk geagendeerd. De sector kent echter ook grote onzekerheid: nieuwe verpleeghuisplekken zouden niet meer worden gefinancierd, aanpassingen in de huisvestingsvergoeding, dalende en flexibele tarieven. En dat bij een historisch hoog ziekteverzuim dat is ontstaan in de coronaperiode en een urgentie om zorgtechnologie in te zetten, door te pakken met extramuralisering en nieuwe woonzorgconcepten te introduceren.

Integraal zorgakkoord

Beste ouderenzorg, ik verlaat je na iets minder dan zeven jaren. Of het achteraf inderdaad zeven vette jaren zijn geweest, zullen we pas na een paar jaar kunnen beoordelen. Ik hoop dat je niet ‘wordt opgegeten door de magere koeien’ en je je staande weet te houden in het IZA (integraal zorgakkoord) dat op het punt staat gepresenteerd te worden. Want helaas heeft menigeen, ondanks een periode met de politieke en publieke wind mee, geen voedselvoorraad kunnen opbouwen. Maar misschien is wel de beste buffer die de afgelopen jaren is vergaard, de rol die de ouderenzorg heeft gekregen in het maatschappelijke debat.

Voor mij is het een hele mooie bestuursperiode geweest.

Audrey van Schaik

Kennemerhart is een ouderenzorgorganisatie in de regio Zuid-Kennemerland met tien verpleeglocaties, scheiden wonen-zorgappartementen, revalidatiezorg, dag-en ontmoetingcentra, extramurale zorg: wijkverpleging, hulp in de huishouding en een grote intra-en extramurale behandeldienst. Medio oktober start Audrey van Schaik als bestuurder bij GGZ Rivierduinen en keert zij, als psychiater en bestuurder, terug naar de ggz.

Geef uw reactie

Om te kunnen reageren moet u ingelogd zijn. Heeft u nog geen account, maak dan hieronder een account aan. Lees ook de spelregels.