Aangewakkerd door op stapel staande veranderingen in de financieringssystematiek is schaalvergroting de trend onder ziekenhuislaboratoria. Eerder dit jaar kondigden de Noordelijke Laboratorium Groep (NLG) en het Klinisch Chemisch Laboratorium Leeuwarden (KLC) aan te gaan fuseren. Als gevolg van deze fusie ontstaat er een laboratorium met circa 1100 medewerkers. Het grootste laboratorium van Nederland. En verreweg het grootste laboratorium in het noorden van het land.
Schaalvergroting
NLG en KCL zijn niet de eersten en zeker ook niet de laatste laboratoria die de krachten bundelen. Al diverse anderen gingen hen voor: Atal-Medial, Reinier de Graaf-Star en ook ziekenhuizen op diverse plaatsen in het land hebben hun laboratoria in één organisatie ondergebracht. Schaalvergroting maakt een efficiëntere inzet van apparatuur mogelijk. Investeringen in automatisering. Kwaliteitsvoordelen. Zowel aanbieders als verzekeraars delen een toekomstvisie waarbij er op termijn een klein aantal, grote laboratoriumorganisaties in Nederland actief zal zijn.
Grootst
In veel gevallen moet voor zo’n fusie eerst de goedkeuring van mededingingsautoriteit ACM verkregen worden. Indien de ACM meent dat als gevolg van een fusie een partij met een machtspositie ontstaat, kan zij de transactie verbieden of daar voorwaarden aan stellen. In eerdere zaken waarin de fusie van laboratoria aan de orde was, ging de ACM uit van regionale markten. Zij overwoog al wel dat de markt steeds meer tendeert naar een nationale markt, maar had deze horde in mei van dit jaar in de zaak Star DMC-RdGG nog niet genomen. Een regionale markt betekent dat een fusie die leidt tot een dominant regio-lab niet zonder meer de goedkeuring van de ACM krijgt. De fusiepartijen zouden de ACM althans met concrete onderbouwing moeten overtuigen van de efficiency- en kwaliteitsvoordelen van de fusie of van daadwerkelijke ‘counterveiling power’ van de verzekeraar.
Ruimere markt
In haar besluit inzake de fusie tussen NLG en KCL gaat de ACM overstag. Ten aanzien van de vraag welke diensten met elkaar concurreren gaat de ACM uit van een ‘smalle’ markt. Eerder ging zij nog uit van één markt voor laboratoriumdiagnostiek. In deze zaak oordeelt de marktautoriteit echter dat klinische chemie en medische microbiologie afzonderlijke markten vormen, vanwege de verschillen in benodigde apparatuur en professionals. Binnen die markt maakt de ACM vervolgens onderscheid tussen de tweede lijn enerzijds en de eerste lijn en care anderzijds. Op zich zou dit tot een smallere marktafbakening en – bij overlappende activiteiten – dus tot hogere marktaandelen leiden.
Global
De belangrijkste overweging in dit besluit is echter dat de ACM onderkent dat de markten voor zowel de eerste als de tweede lijn klinisch chemisch labonderzoek ten minste nationaal zijn. Hoewel de meeste aanbieders nog steeds regionaal georiënteerd zijn en ook prikpunten en kleine ziekenhuislabs ter plekke nodig zijn, kunnen laboratoria hun werkgebied gemakkelijk uitbreiden. Artsen en ziekenhuizen hebben al aangegeven dat zij bereid zijn om zaken te gaan doen met een laboratorium elders in het land wanneer de regionale aanbieder te duur zou worden of slechte kwaliteit zou leveren. Op zo’n nationale markt zijn alle huidige laboratoria nog relatief kleine spelers.
Uit het marktonderzoek van de ACM was naar voren gekomen dat zelfs Duitse en Belgische labs een alternatief kunnen vormen. Omdat dat voor deze zaak niet nodig was, heeft de ACM dit nog niet nader onderzocht. Voor deze horde is het wellicht ook nog wat te vroeg. Maar de deur staat al wel op een kier.
Suzan Lap, advocaat Van Doorne N.V.
De fusie tussen Star DMC en Reinier de Graaf Groep, waar in bovenstaande blog naar wordt verwezen, heeft geen doorgang gevonden. Suzan Lap