‘De zorgkantoren kennen 32 regio’s, met gemiddeld 530.000 inwoners. De elf regionale overlegorganen voor acute zorg (Roaz’en) werken gemiddeld voor 1,6 miljoen inwoners. De 25 GGD’en bedienen gemiddeld 700.000 inwoners en de 118 huisartsenposten 148.000 inwoners. Laten we bekijken hoe we voor deze professionals één regio-indeling kunnen ontwerpen. Het zou prima zijn als ook de eerste lijn zich hierbij aansluit. Binnen één regio leren professionals en hun leidinggevenden elkaar persoonlijk kennen. Dan komen onderling vertrouwen en samenwerking makkelijker van de grond.’ Aan het woord is CDA-kamerlid Joba van den Berg in een interview. Dit parlementslid heeft ook de regiobeelden voorgesteld die nu binnen het VWS-programma Juiste Zorg op de Juiste Plek aan de orde zijn.
Stoplicht-app en robot in de nachtdienst
De opmerkingen van Van den Berg komen niet uit de lucht vallen, zo constateer ik in deze weken van reflectie rond de feestdagen. In heel 2019 verschoof de beleidsaandacht van kleine pilots naar regionale implementatie. Ik illustreer die verschuiving van pilot naar regio met enkele voorbeelden.
Het Amphia ziekenhuis nam begin 2019 een stoplicht-app in bedrijf voor data-uitwisseling over beschikbare capaciteit in de thuiszorg in de eigen regio. Dit is een grote sprong voorwaarts van een kleine pilot naar regionale implementatie. Het tweede voorbeeld betreft de Zeeuwse robot die nachtdiensten draait bij een apotheek. Ik publiceerde hier reeds over. Hier is sprake van regionale samenwerking tussen Vlissingen en het Zeeuwsvlaamse Oostburg. Het derde voorbeeld betreft de grote aandacht voor regionale samenwerking in de acute zorg. Zo kwam in 2019 Ambulancezorg Nederland met een voorstel hiervoor, dat steun kreeg van Landelijke Huisartsen Vereniging, Zorgverzekeraars Nederland en de Federatie van Medisch Specialisten.
Contourennota en houtskoolschets
Ik verwacht dat in 2020 die verschuiving van pilot naar regio zich doorzet. Dat doe ik vanwege de contourennota van minister De Jonge en de houtskoolschets voor de acute zorg van minister Bruins. Bij beide documenten zijn twee punten cruciaal, besef ik in deze reflectieve periode: gaan ook ziekenhuizen vallen onder de regio’s die Joba van den Berg hierboven noemt? Voor mij hoeft dat niet. Het is voldoende als alle kleinere ziekenhuizen samenwerken met één umc of één topziekenhuis zoals bijvoorbeeld de Isala kliniek in Zwolle of het Catharina ziekenhuis in Eindhoven.
Doorzettingsmacht is nodig
De tweede vraag luidt: krijgt een instantie doorzettingsmacht als een regionale aanbieder, zorgverzekeraar of gemeente niet wil samenwerken? Met dergelijke macht heeft Nederland inmiddels ervaring. Komen professionals er onderling niet uit, zoals bij het Kwaliteitskader Spoedzorgketen, dan heeft het Zorginstituut doorzettingsmacht. En blijven zorgverzekeraar en zorgaanbieder het oneens met elkaar, dan grijpt de Nederlandse Zorgautoriteit of de onafhankelijke rechter in. Ik denk dat dergelijke macht ook nodig wordt bij regionale samenwerking. Van mij mag deze blijven bij de genoemde instanties.
Al met al, wens ik de lezers van Zorgvisie fijne feestdagen toe met ook enige reflectie over goede en goedkope zorg en regionale opschaling van kleine goede voorbeelden. Moge in 2020 de resultaten van zorgvernieuwing doorklinken in het gezondheidsbeleid.