Staatssecretaris Paul Blokhuis staat positief tegenover het plan van zorgverzekeraar Menzis om ggz-zorgaanbieders die met Rom betere uitkomsten meten, financieel te belonen. Volgens hem sluit dit aan bij de gedachte van het kabinet om uitkomsten van zorg meer centraal te stellen in de zorginkoop.
Blokhuis zegt dit in een brief
De wijze van “meten” is een discussie waard, maar de onderscheiden invalshoeken zijn redelijk qua keuze. In de pers leek het of “volledig herstel van depressieve klachten” het resultaat zou zijn. Zoals ook bij andere gezondheidskwesties is “volledig” herstel een zeer moeilijke opgave. Een chirurg haalt soms iets uit het lijf ( “verminking” ) of voegt er iets aan toe ( “mensverbeteren”) en een conclusie is dan “vermindering van gezondheidsklachten”. Soms moet men levenslang op advies van huisarts of internist medicijnen nemen en ook dan geldt “ vermindering van gezondheidsklachten”. De arts of verpleegkundige helpt de patiënt bij het proces van “ genezen “. Er is geen “mechanische reparatie” in het geding. Zo ook in de GGZ! Het gaat om het ( zo mogelijk ) “ verbeteren “ van het bestaan van de mens die zich voor hulp heeft gewend tot zorgprofessionals. Dat “ verbeteren “ kent verschillende invalshoeken. En dat is niet nieuw, maar zover ik weet al sinds 1963 gebruikelijk. Zowel voor “fonds- als particulieren”, “regulieren of alternatieven” of “burgers en/of patiënten”.
In het wetenschappelijke effectonderzoek worden al jarenlang grondig gevalideerde depressiemeetinstrumenten gebruikt. Zonder dat daar ooit ook maar het minste protest tegen geuit is. Dus het meten van het resultaat van een behandeling is in dit geval helemaal niet zo complex als de minister denkt.
Verder een aantal opmerkingen en vragen die het slagen van het experiment zouden bevorderen:
* Wachtlijsten worden grotendeels bepaald door beschikbaarheid van behandelaars en door omzetplafonds die door de zorgverzekeraars de laatste tijd in opdracht van de politiek worden ingesteld. Het lijkt mij meer niet dan wel eerlijk om wachtlijstlengte te gebruiken als kwaliteitscriterium.
* Klachtenvermindering én kwaliteit van leven (KvL) meten is grotendeels dubbelop. En als voor de cliënttevredenheidsmeting de CQI wordt gebruikt wordt, wordt met al die vragenlijsten de patiënt m.i. overvraagd — (ook) de CQI is zeer lang en de Nederlandse bevolking is al in toenemende mate enquêtemoe. De KvL-meting kan m.i. zonder noemenswaardige problemen geschrapt worden.
* Confoundercorrectie is essentieel (confounder = variabele waar de zorgaanbieder geen invloed op heeft of waar hij niet voor betaald wordt om die te verbeteren). Er zou naar mijn mening minstens bezien moeten worden of de volgende variabelen een significante invloed hebben:
– leeftijd;
– geslacht;
– alcoholconsumptie;
– drugsgebruik;
– beheersing van het Nederlands of Engels door de patiënt (kunnen communiceren met de cliënt);
– opleidingsniveau;
– arbeidsstatus (werk/werkloos/langdurig werkloos/vrijwillig werkloos).