Oprichter Jos de Blok van Buurtzorg Nederland maakt zich zorgen over de rol die gemeenten aan wijkverpleegkundigen toebedelen in de nieuwe Wmo. ‘Het moet niet zo zijn dat wijkverpleegkundigen de rol van indicatiesteller krijgen binnen sociale wijkteams.’
De Blok zit momenteel in Azië
Een goede wijkverpleegkundige hoeft per definitie niet direct een goede manager of coördinator te zijn. Door de nu voorgestelde werkwijze zal de face-too-face tijd met de client afnemen en de administratieve taken zullen toenemen.
De HBO wijkverpleegkundige kan heel goed ingezet worden in de nieuwe ontwikkelingen. Het is nieuwe wijn in oude zakken.
Zet in groepshuisarts praktijken een wijkverpleegkundige en bij individuele praktijken een wijkverpleegkundige per tweee huisarts praktijken. De HBO wijkverpleegkundige kan :
Preventie programma’s opzetten, individueel, groeps en wijk gebonden
Zorg indiceren en uitzetten bij beroepsgroepen op basis van opgestelde zorgplannen gebaseerd op classificaties (ICF) en indien verpleegkundig op basis van verpleegkundige diagnoses, resultaten en interventies.
Stel als beroepsgroep tarieven vast gekoppeld aan verpleegkundige diagnoses, resultaten en interventies. ( NANDA. NIC en NOC)
Zorg dat dit alles goed digitaal ondersteund wordt.
Het is nu de tijd om vanuit de HBO beroepsgroep verpleegkunde op te staan!!!! Buurtzorg is een goed basis concept. Maar er is meer!
Zelf die zorg geven die op HBO niv uitgevoerd moet worden
De hbo v opleiding bestaat uit 5 kern competenties waarvan niet allen benut worden, ik als hbo v zie het wel als een uitdaging om daar ook mee aan de gang te gaan
Jos de Blok geeft de rode lijn aan waar het over gaat. De wijkvp krijgt van de Overheid plots een andere rol van uitvoerder naar manager / coach
Je ziet hierin sinds staatssecretaris Van Rijn nieuwe plannen uitrolt – holt het hele politieke veld achter de wijkverpleegkundige aan. Zelfs de burgemeesters, die 0% verstand van zorg hebben. De Overheid koerst aan in de chaos op verkeerde wegen. Waarom niet meer de lijn van Jos de Blok volgen. Kleine teams, nabij, professioneel, de huisarts in de achterwacht. lage managementkosten en een hoge graad van automatisering. Uiteraard nog steeds met registratie van tijd en feiten. Gezondheidszorg is niet aan rommelen! maar deskundig doorpakken op inhoud en structuur. Dit is niet moeilijk maar durven erkennen dat ”meer met minder kan”
Er zijn grote verwachtingen van sociale wijkteams. er is nog niet veel ervaring mee. Het gaat nog wel even duren voordat iedereen weer met twee benen op de grond staat. en we vorm en inhoud kunnen geven aan kwalitatief betere zorg die dichter bij de inwoners staat. En die ook nog aanzienlijk goedkoper is als de huidige aanpak.
De komende jaren staan in het teken van uitproberen en zo nuchter mogelijk aanpakken. Daar past de waarschuwing van Jos de Blok zeker bij.
Zodra de verpleegkundigen ook eea moeten coördineren kunnen deze niet meer zo efficiënt worden ingezet. Zij doen hun minimale ‘organisatorische’ functies er gewoon bij, desnoods in hun vrije tijd. Daarvan zal de heer Blok van op de hoogte zijn.
Bij de plannen van Van Rijn zouden de wijkverpleegkundigen taken krijgen waartegen (te) vaak wordt geschopt zoals bij functies: leidinggevende, managers, coördinatoren of hoe je ze ook wenst te benoemen.
Maar blijven ontkennen dat naast het reguliere uitvoerende werk ook organisatorische werkzaamheden moeten worden uitgevoerd maakt dat er een einde komt aan de rek van de wijkverpleegkundigen van de heer Jos Blok.
Het geheel coördineren is blijkbaar een verlengstuk van het leveren van ‘zorg’ wat thuis hoort in de berekening van de tarieven.
Helaas heeft de huisarts de signaleringsfunctie verloren, de poortwachter is niet meer de huisarts, lees de media waar burgers thuis door worden gevonden in alle eenzaamheid. De huisarts incasseert wel het abonnementstarief (en de gelden voor de module ouderenzorg) van de burger maar controleert niet of deze burger nog wel leeft, of hoe het algemeen welbevinden is van de cliënt. Het wordt echt tijd voor vernieuwing, op het gebied van financiering en van inzet professionals in de wijk. Ik ben blij met de eerste stap, de wijkverpleegkundige die een grotere rol gaat krijgen in de eerstelijnszorg.
De stellingname van Jos de Blok is achterhaald en weerspiegelt de simpele benadering van Buurtzorg dat de wijkverpleegkundige niets anders hoeft te doen dan verpleegkundige krenten uit de pap te vissen en daarop omzet te maken t.b.v. Buurtzorg. Dit is het negeren van de waarde van een collectiever en multidisciplinaire benadering van de samengesteldheid van individuele en collectieve vraagstukken in een buurt/wijk en hoe die in één regie vanuit een breder zelforganiserend wijkteam op en aan te pakken. Wijkverpleegkundigen in de wijk hebben net zoals de andere professionals op maatschappelijke ondersteuning aan de minst zelfredzame burgers in de wijk de taak om met de informele zorgverleners ook de onderlinge zorgzaamheid en dienstverlening tussen burgers te bevorderen en als uitgangspunt te nemen. Hun verpleegkundige inzet is daarop altijd aanvullend en interdisciplinair en zij zijn net als hun collega’s – zoals de huisarts en diens praktijkverpleegkundige – prima in staat om te beoordelen wanneer er een individuele maatwerkvoorziening nodig is en bij de gemeente ingeroepen moet worden omdat iemand sociale netwerk tekortschiet en de benodigde expertise van elders moet worden bijgeschakeld en inhaakt op wat het wijkteam al inzet.
Hans Blom, MEE Plus
Ik ben het met Jos Blok eens en begrijp ook niet waarom VWS dit doorzet. Naast de argumenten van Blok dat de wijkverpleegkundigen graag met zorg bezig zijn en niet met de aansturing ( dat hoor je ook als je op de werkvloer gaat luisteren) vind ik het ook niet logisch. De continuiteit in de wijk is gekoppeld aan personen en niet alleen aan functies. In de praktijk blijkt dat de huisarts met z’n POH meer een continuiteitsfactor is dan de individuele wvk. Vanuit het NPO project ouderenzorg is een doorstart gemaakt met het ouderenprogramma waarvan het Zorg- en Welzijnsinformatieportaal ( Het ZWIP ofwel de digitale overlegtafel) onderdeel is . De huisartsenpraktijken brengen de ouderen preventief in beeld door populatiescreening en casefinding. Doordat de kwetsbare ouderen in beeld zijn gebracht is er al een ZWIP account aangemaakt. Bij wijziging in thuissituaties bijvoorbeeld wegvallen partner kunnen snel de juiste hulpverleners ingeschakeled worden. Deze signaleringsfunctie is bij een huisartsenpraktijk beter geborgd.
De samenwerking met de wijkverpleekundige is uiteraard essentieel en deze is op de werkvloer ook goed. Laten we vooral kijken wat het beste werkt in de praktijk en doe dit van bottum up.
Marion Borghuis, directeur zorggroep OCE Nijmegen