Wilma van der Scheer, bijzonder hoogleraar Leiderschap en Besturing in de Zorg, nodigde voormalig minister en zorgbestuurder Conny Helder uit om met haar te reflecteren op de uitkomsten van het langlopende onderzoek onder zorgbestuurders, dat zij uitvoerde in samenwerking met de NVZD. Hoe is de dynamiek van zorgbestuur de afgelopen jaren veranderd en wat wordt de toekomst van leiderschap in de zorgsector? Samen verkennen ze de dilemma’s van gedeelde verantwoordelijkheid, effectieve zeggenschap en hoe bestuurders daadwerkelijk de patiënt centraal kunnen stellen in een steeds complexer zorgsysteem.
Van professional tot bestuurder: invloed op elk niveau
Conny Helder deelt haar rijke ervaring van meer dan 45 jaar in de zorg. Ze was onder meer operatieassistent, bestuurder, toezichthouder en minister. Ze reflecteert op de impact die ze heeft gehad in diverse rollen, van directe invloed als professional tot strategische besluitvorming als minister. Haar verhaal benadrukt dat leiderschap gaat over de invloed die je kunt uitoefenen vanuit verschillende posities. “Vanaf het moment dat ik leerling operatieassistent was, was ik al bezig met aan de ene kant het vak leren en aan de andere kant bedenken: hoe kan het beter, hoe kan het anders?”
De vrouwelijke revolutie in bestuurskamers
Een opvallende trendbreuk is de positie van vrouwen in zorgbestuur. Waar in 2000 slechts 10% van de zorgbestuurders vrouw was, is dit inmiddels meer dan de helft. Toen Conny Helder bestuurder werd in 2010, domineerden mannen de bestuurskamer, terwijl vrouwen op de werkvloer in de meerderheid waren. Dit heeft zij niet als complicerend ervaren. Wel valt haar op dat feminiene leiderschapskenmerken, zoals openheid, ontwikkelingsgerichtheid en kunnen verbinden, kwaliteiten zijn die in de huidige tijd van (regionaal) samenwerken goed van pas komen. Zijzelf vond focus en duidelijkheid altijd belangrijk. Dit wordt vaak meer als een zakelijke, masculiene eigenschap gezien. Interessant genoeg hielp moeder worden Conny juist daarbij. “Ik werd er wel heel erg ongeduldig van en dat was best goed. Het maakte me zakelijker en besluitvaardiger.”
Zeggenschap: cultuur van openheid cruciaal
De podcast bespreekt ook de professionalisering en zeggenschap van zorgprofessionals. Conny Helder: “Hoe kan ik zorgen dat er naar mij geluisterd wordt? En heb ik de moed om op het moment dat het moeilijk is, ook te zeggen wat ik vind? Dat vraagt om de nodige vaardigheden.” Helder en Van der Scheer zijn het erover eens dat zeggenschap cruciaal is, maar alleen effectief kan zijn in een cultuur van openheid en echte betrokkenheid van alle medewerkers en leidinggevenden.
Netwerken professionaliseren: meer dan middelen verkrijgen
Een belangrijke uitdaging in het zorgbestuur is samenwerking, zowel binnen organisaties als met externe partners. Helder benadrukt het belang van verbindend leiderschap en de noodzaak van duidelijke communicatie en focus. “Waar gaat het nou echt om? Spreek met elkaar af: hier moeten we het over hebben, wat willen we bereiken en hoe gaan we dat doen?” Ze pleit voor professionalisering van netwerken en benadrukt dat samenwerking meer is dan een middel om middelen te verkrijgen; het vraagt om verbindend leiderschap en oprechte uitwisseling van ideeën.
Naar persoonlijke regie in de zorg
Het gesprek eindigt met een vooruitblik op de toekomst van de zorg, waarbij de focus ligt op persoonlijke regie en een meer gepersonaliseerde benadering van zorg. Helder benadrukt dat de zorg zich moet aanpassen aan de behoeften van de patiënt en dat solidariteit niet alleen een institutionele verantwoordelijkheid is, maar ook een persoonlijke en maatschappelijke. Helder: “Ik denk dat we meer ruimte moeten bieden aan de oplossingen en creativiteit van mensen in de samenleving. En dan moeten we verdragen dat dat misschien een beetje rommelig gaat.”
Benieuwd naar de volledige analyse van 25 jaar trends in zorgbestuur? Dit gesprek is onderdeel van de podcastserie ‘Over zorg besturen‘, gemaakt bij de jubileumbundel ter gelegenheid van het 20-jarig bestaan van Erasmus Centrum voor Zorgbestuur.