Bij de uitwerking van de dbc’s in de geestelijke gezondheidszorg is het belangrijk dat het dbc-systeem eenvoudig blijft. Dat stelt Paul van Rooij, directeur GGZ Nederland in reactie op de eindnotitie van DBC Onderhoud.
In de eindnotitie staat te lezen
Kleine club
GGZ Nederland toont zich bij monde van haar directeur, Ir Paul van Rooij, opnieuw enthousiast voorstander van de DBC-systematiek in de ggz. Hij meent dat ‘[d]e branche … en de patiënten … heel tevreden’ zijn. Kritiek op het privacyschendende aspect komt volgens hem slechts uit ‘een kleine club’ van ‘vrijgevestigde psychiaters’.
Van Rooij heeft het mis. De kritiek op de DBC-systematiek wordt breed gedragen, zowel buiten als binnen de ggz-instellingen. Deze betreft overigens niet alleen het privacyaspect maar ook onder meer de gebrekkige validiteit en de bureaucratie.
In 2007 heeft DeVrijePsych een enquête gehouden onder alle psychiaters en psychotherapeuten in Nederland. Driekwart van de respondenten achtte de DBC-systematiek een gevaar voor de privacy van patiënten.
Zie http://www.devrijepsych.nl/?pagina=ENQUÊTE%20&id=166
Honderdzesenveertig individuele psychiaters en psychotherapeuten en organisaties hebben begin 2008 om deze reden formeel bezwaar gemaakt tegen de verplichtstelling van de DBC-systematiek in de ggz.
Zie http://www.enrgin.nl/xdata/devrijepsych/Downloads/beslissing%20op%20bezwaar%207-8-2008%20(psychiaters).pdf
Het wetenschappelijk Bureau SP en actiegroep Zorg Geen Markt publiceerden in 2008 hun enquêteonderzoek DE GGZ ONTWRICHT onder vijfduizend medewerkers in de ggz. 66 procent van de werkers in instellingen vond dat DBC’s de privacy van patiënten aantasten, 90 procent van de vrijgevestigden maakte zich hierom grote zorgen (p. 80). “90 procent van de werkers uit de GGZ wil stoppen met het DBC-systeem” (p. 9).
Zie http://www.sp.nl/service/rapport/081025GGZ_ontwricht.pdf
Onderzoeker Lars Tummers (Erasmus Universiteit Rotterdam) publiceerde de eerste resultaten van zijn onderzoek onder 1.300 zorgprofessionals onder de titel ‘De bereidheid van ggz-zorgprofessionals om te werken met DBC’s’ (2010). Deze bereidheid scoort 4,3 op een schaal van tien. Nog lager is de betrokkenheid bij het dbc-systeem: 3,9. Er is veel kritiek op het DBC-systeem. Het is niet toepasbaar op complexe patiënten, het biedt onvoldoende mogelijkheden voor zorg op maat, de privacy is onvoldoende gewaarborgd, de koppeling tussen dsm-classificatie en behandeling is niet zinvol en het nodigt uit tot fraude. In een open opmerkingveld konden zorgprofessionals aangeven welke ideeën ze hadden om de DBC-regelgeving te verbeteren. Van de mensen die hier iets invulde, gaf een derde expliciet en ongevraagd aan dat het systeem moet worden afgeschaft.
Zie http://publishing.eur.nl/ir/repub/asset/21066/Tummers%202010%20-%20De%20ervaringen%20van%20zorgprofessionals%20in%20de%20GGZ%20met%20DBC%27s.pdf en http://www.psy.nl/meer-nieuws/nieuwsbericht/article/ggz-behandelaars-willen-van-dbcs-af/
De Nederlandse Vereniging voor Psychoanalyse vindt dat “… De verplichting tot het aanleveren van DBC-patiëntengegevens aan derden, zoals het DIS en aan verzekeringsadministraties staat op gespannen voet met het beroepsgeheim… .”
Zie http://www.enrgin.nl/xdata/devrijepsych/Downloads/DBC%20protest%20nvpa%20mrt%202010%20(2).pdf
De Nederlandse PsychoAnalytische Groep meent dat “… in de huidige administratieve verwerking van de vergoeding van ziektekosten [is] de privacy van de patiënt niet voldoende is gewaarborgd… .”
Zie http://www.enrgin.nl/xdata/devrijepsych/Downloads/NPAG%20verkl%20090310.pdf
De directeur van GGZ Nederland miskent dat de hoogste bestuursrechter, het College van Beroeps voor het bedrijfsleven, in augustus 2010 oordeelde dat het hier ‘gaat om diagnoses die de kern van het privé-leven van de betrokken persoon raken, zodat informatie hierover zeer privacygevoelig is’. Het College noemde bezwaren tegen het doorgeven ervan aan zorgverzekeraars ‘zwaarwegend’ en schorste de verplichting daartoe van de zijde van de Nederlandse Zorgautoriteit op.
Hoezo is ‘de branche tevreden’? Hoezo ‘kleine club’? Kan de heer van Rooij zijn stellingen onderbouwen? En zo nee zijn excuses aanbieden aan de talrijke professionals die werkzaam zijn in instellingen die hij vertegenwoordigt en die hij met zijn uitspraken van zich vervreemdt?
Kaspar Mengelberg, DeVrijePsych http://www.devrijepsych.nl
Fred Leffers, De GGZ laat zich horen! http://www.deggzlaatzichhoren.nl
Kleine club
GGZ Nederland toont zich bij monde van haar directeur, Ir Paul van Rooij, opnieuw enthousiast voorstander van de DBC-systematiek in de ggz. Hij meent dat ‘[d]e branche … en de patiënten … heel tevreden’ zijn. Kritiek op het privacyschendende aspect komt volgens hem slechts uit ‘een kleine club’ van ‘vrijgevestigde psychiaters’.
Van Rooij heeft het mis. De kritiek op de DBC-systematiek wordt breed gedragen, zowel buiten als binnen de ggz-instellingen. Deze betreft overigens niet alleen het privacyaspect maar ook onder meer de gebrekkige validiteit en de bureaucratie.
In 2007 heeft DeVrijePsych een enquête gehouden onder alle psychiaters en psychotherapeuten in Nederland. Driekwart van de respondenten achtte de DBC-systematiek een gevaar voor de privacy van patiënten.
Zie http://www.devrijepsych.nl/?pagina=ENQUÊTE%20&id=166
Honderdzesenveertig individuele psychiaters en psychotherapeuten en organisaties hebben begin 2008 om deze reden formeel bezwaar gemaakt tegen de verplichtstelling van de DBC-systematiek in de ggz.
Zie http://www.enrgin.nl/xdata/devrijepsych/Downloads/beslissing%20op%20bezwaar%207-8-2008%20(psychiaters).pdf
Het wetenschappelijk Bureau SP en actiegroep Zorg Geen Markt publiceerden in 2008 hun enquêteonderzoek DE GGZ ONTWRICHT onder vijfduizend medewerkers in de ggz. 66 procent van de werkers in instellingen vond dat DBC’s de privacy van patiënten aantasten, 90 procent van de vrijgevestigden maakte zich hierom grote zorgen (p. 80). “90 procent van de werkers uit de GGZ wil stoppen met het DBC-systeem” (p. 9).
Zie http://www.sp.nl/service/rapport/081025GGZ_ontwricht.pdf
Onderzoeker Lars Tummers (Erasmus Universiteit Rotterdam) publiceerde de eerste resultaten van zijn onderzoek onder 1.300 zorgprofessionals onder de titel ‘De bereidheid van ggz-zorgprofessionals om te werken met DBC’s’ (2010). Deze bereidheid scoort 4,3 op een schaal van tien. Nog lager is de betrokkenheid bij het dbc-systeem: 3,9. Er is veel kritiek op het DBC-systeem. Het is niet toepasbaar op complexe patiënten, het biedt onvoldoende mogelijkheden voor zorg op maat, de privacy is onvoldoende gewaarborgd, de koppeling tussen dsm-classificatie en behandeling is niet zinvol en het nodigt uit tot fraude. In een open opmerkingveld konden zorgprofessionals aangeven welke ideeën ze hadden om de DBC-regelgeving te verbeteren. Van de mensen die hier iets invulde, gaf een derde expliciet en ongevraagd aan dat het systeem moet worden afgeschaft.
Zie http://publishing.eur.nl/ir/repub/asset/21066/Tummers%202010%20-%20De%20ervaringen%20van%20zorgprofessionals%20in%20de%20GGZ%20met%20DBC%27s.pdf en http://www.psy.nl/meer-nieuws/nieuwsbericht/article/ggz-behandelaars-willen-van-dbcs-af/
De Nederlandse Vereniging voor Psychoanalyse vindt dat “… De verplichting tot het aanleveren van DBC-patiëntengegevens aan derden, zoals het DIS en aan verzekeringsadministraties staat op gespannen voet met het beroepsgeheim… .”
Zie http://www.enrgin.nl/xdata/devrijepsych/Downloads/DBC%20protest%20nvpa%20mrt%202010%20(2).pdf
De Nederlandse PsychoAnalytische Groep meent dat “… in de huidige administratieve verwerking van de vergoeding van ziektekosten [is] de privacy van de patiënt niet voldoende is gewaarborgd… .”
Zie http://www.enrgin.nl/xdata/devrijepsych/Downloads/NPAG%20verkl%20090310.pdf
De directeur van GGZ Nederland miskent dat de hoogste bestuursrechter, het College van Beroeps voor het bedrijfsleven, in augustus 2010 oordeelde dat het hier ‘gaat om diagnoses die de kern van het privé-leven van de betrokken persoon raken, zodat informatie hierover zeer privacygevoelig is’. Het College noemde bezwaren tegen het doorgeven ervan aan zorgverzekeraars ‘zwaarwegend’ en schorste de verplichting daartoe van de zijde van de Nederlandse Zorgautoriteit op.
Hoezo is ‘de branche tevreden’? Hoezo ‘kleine club’? Kan de heer van Rooij zijn stellingen onderbouwen? En zo nee zijn excuses aanbieden aan de talrijke professionals die werkzaam zijn in instellingen die hij vertegenwoordigt en die hij met zijn uitspraken van zich vervreemdt?
Kaspar Mengelberg, DeVrijePsych http://www.devrijepsych.nl
Fred Leffers, De GGZ laat zich horen! http://www.deggzlaatzichhoren.nl
De “strategie” van van Rooij spreekt mij aan. Ik heb 5 jaar aan de wieg gestaan van de DBC-systemtiek voor ziekenhuizen. Altijd de strategie gepropageerd om met alle betrokkenen in gemeenschappelijke verantwoordelijkheid eenvoudig te beginnen en risicoloos op te schalen en te finetunen.
In de ziekenhuizen is de lat van meet af aan te hoog gelegd, waardoor het moeizaam opgebouwde draagvlak is afgebrokkeld en niemand zich nog verantwoordelijk voelt.
Dus niet zeggen dat het niet kan werken, want dat is makkelijk en veilig. Maar verantwoordelijkheid nemen en meezoeken hoe het wel kan werken. Om de zorg transparant te maken. Om werkelijk maatschappelijk te ondernemen in plaats van te collecteren.
Dhr. van Rooij begrijpt blijkbaar(nog)niet dat DSM-classificatie niet hetzelfde is als hulpvraag, weinig zegt over de behandeling en dus ook weinig voorspellende waarde heeft voor de kosten die met een behandeling zijn gemoeid. Hij is overigens niet de enige…
Alleen even een technische reactie, ik zou in een stuk als dit altijd even uitleggen wat DBC’s zijn. Als je het niet weet is de hele column van geen waarde meer, terwijl je misschien juist ook anderen wilt raken die níet vol in de zorg zitten.
Groet, Iris Vogt
Dhr. Paul van Rooij, net aangetreden bij GGZ Nederland, heeft hiervoor 10 jaar bij zorgverzekeraars nederland gewerkt. En hij is technisch opgeleid.
Wie in de aanstelling commissie heeft niet bedacht dat deze kandidaat wel een bevooroordeeld zou kunnen gaan spreken?
Laat hem eerst eens met de professionals in de zorg gaan praten om te zien wat er werkelijk leeft.
Helen, ggz Nederland herhaalt slecht haar mantra: iedereen is blij met dbc’s!
De branche zelf tevreden? Behandelaren in de ggz willen juist van dbc’s af…
De uitkomsten van het recente onderzoek waren zeer negatief!
http://www.psy.nl/meer-nieuws/nieuwsbericht/article/ggz-behandelaars-willen-van-dbcs-af/
“We moeten finetunen, maar de dbc’s zijn uiterst noodzakelijk voor de ggz. De dbc’s zorgen voor veel meer transparantie. Kwaliteit en prestaties worden veel beter zichtbaar. Iedereen, patiënten, zorgverzekeraars, zorgaanbieders en overheid heeft daar baat bij.”
Hoe wordt dit alles zichtbaar voor de patient? Het klinkt als een fijne fantasie. Maar de gemiddelde patient weet niets over DBC’s.
“We merken dat het draagvlak juist heel groot is. De branche zelf en de patiënten zijn heel tevreden. Natuurlijk moeten we de privacy goed in de gaten houden, maar die is wat ons betreft goed geborgd. Het is dus een kleine club die daar problemen mee heeft.”
Ook deze opmerking is dubieus. Een kleine groep DBC-beoordelers is natuurlijk niet representatief voor de rest van de patienten. Voor hen is het een woordspook dat niet vlees is geworden. In welke therapie komt duidelijk het woord DBC ter sprake? Ik gok in geen een. Dus met die transparantie valt het mee. Het getuigd ook weer van het soort politiek dubieusgedrag. Praten voor een grote groep terwijl er nergens op een instelling concrete uitleg te vinden is. Dus een mooi voorbeeld van polderdemocratie. Als patient hoef ik natuurlijk niet alles te weten, maar als het belangrijk is voor de patient om een zekere zegen te geven dan verwacht ik ook locale of goed geplaatste voorlichting. Zodat een kritische evaluatie mogelijk is. Dus vraag ik me af in welke meting ROM etc dit naar voren kom?
En dan is het ook belangrijk dat psychische overbelasting betekent dat de informatieverwerking grote problemen oplevert. En dus wordt er te vaak in de communicatie een gezonde psyche als uitgangspunt genomen. En dat is logisch gezien een denkkader zonder ervaring niet kan voorstellen hoe bv een angst of psychotische mind informatie verwerkt.
DBC’s instelling en zorgverzekeraar zijn zeker nog geen gelukkig menage a trois.