In de ouderenzorg is 1 tot 2,8 miljard aan efficiencywinst te boeken, meldt adviesbureau Gupta Strategists in het rapport ‘Zicht op prestaties ouderenzorg: studie VVT 2009’. Om dit te bereiken pleit Gupta ondermeer voor een andere tariefstelling door de NZa.
“In een conservatief scenario is het
Daling thuiszorg in Nederland
Uit de managementsamenvatting van het rapport Trouw aan de belofte, over de VVT-sector
“In de thuiszorg3 lijkt sprake van een trendbreuk. De productie is in 2008
gekrompen met 1 %, terwijl de productie van 1985 tot 2005 met gemiddeld
2,5 % per jaar juist sterk is gegroeid4. Om meerdere redenen moet er aandacht
zijn voor deze daling in het aantal geleverde uren thuiszorg. Kwetsbare
ouderen die hun zelfstandigheid willen behouden, kunnen niet zonder. Ook
in de keten met ziekenhuizen, GGZ instellingen en huisartsen is thuiszorg een
onmisbare schakel.”
Het rapport van Gupta richt zich op het presteren van VVT-instellingen, waardoor hier de indruk ottaat dat ook deze ontwikkeling op het conto van deze istellingen meot worden geschreven. Misschien is dat wel zo, maar daarvoor zou het goed zijn eerst te kijken welke invloeden buiten de instellingen hebben egespeeld.
Als eerste komt dan het beleid van de indicatieorganen zorg in beeld. Omdat de indicatie het startsein is van de zorg en de daarvoor te maken kosten, is de afgelopen jaren sterk ingezet op het zo zuinig mogelijk indiceren.
Als tweede grote invloedsfactor geldt het inkoopbeleid van de zorgkantoren. Voor 2008 hebben de zorgkantoren de zorginstellingen verplicht ‘aan de onderkant van de indicatie te leveren’. Dit behoeft wellicht enige verduidelijking.
Een indicatie geeft aan op welke zorg (bijv. verzorging en/of verpleging) de vrager recht heeft, en voor hoeveel tijd per week. Dit laatste wordt aangegeven met een klasse, bijv. 0-1,9 uur per week. Bij het maken van het zogenaamde zorgplan, wordt in overleg tussen zorgvrager en zorgverlener afgesproken hoeveel uur dat concreet wordt, bijv. 1,5 uur.
Het beleid van de zorgkantoren in 2008 is, zoals gezegd, erop gericht geweest dat de feitelijke zorgverlening aan de onderkant van de klasse bleef, op straffe van een korting op de tarieven wanneer de verleende zorg boven de door het zorgkantoor gestelde grens uitsteeg.
Het heeft mij altijd bevreemd waarom deze ingreep van zorgkantoren op de rechtens toegekende zorg nooit tot luid gehoord protest heeft geleid.
Deze twee ontwikkelingen:
• zuiniger indiceren
• financieel straffen van het meer dan minimaal invullen van de indicatie
hebben in grote mate, en wellicht in zijn geheel, een daling van de geleverde thuiszorg veroorzaakt.
De instellingen kennende hebben zij geen eigen behoefte de omvang van de verleende zorg te verminderen. Net zoals de meeste organisaties, zijn ook zorginstellingen veelal gericht op groei en zeker niet op krimp.
Interessante vraag van Ron. Houdt mij ook bezig. Zomaar wat stellingen:
• Binnen de zorg zijn best practices niet goed te definieren, aangezien de individuele situaties nauwelijks onderling vergelijkbaar zijn.
• Het ontbreekt binnen de zorgsector aan een onafhankelijke instantie die op zoek gaat naar best practices en die deze kennis actief en gericht onder de aandacht brengt van de belanghebbende zorgpartijen.
• Het ontbreekt aan goede en generieke business cases bij de best practices, zodat het management van zorginstellingen moeite heeft met vaststellen of, en onder welke voorwaarden, het toepassen van een best practice toegevoegde waarde biedt.
• Het invoeren van best practices vraagt een zodanige aanpassing van de organisatie dat het management terugschrikt voor de onrust en de daarmee gepaard gaande risico’s voor de kwaliteit van de zorgverlening.
Als relatieve buitenstaander, maar wel met belangstelling voor organisatievraagstukken binnen de zorgsector, ben ik heel benieuwd naar belemmeringen voor verbeteringen. Er is al het nodige onderzoek naar gedaan, maar het lijkt (blijkt ?) kennelijk erg lastig om de aanbevelingen te realiseren.
Conclusies zijn helemaal in lijn met mijn eigen bevindiingen. Waarom worden de best-practices niet breder toegepast?