Ruim de helft van de zorgverleners heeft na een medisch incident last van angst, stress en twijfel. Dat vergroot het risico op nieuwe incidenten. Tien procent heeft langdurig last van flashbacks of angst. De ondersteuning van zorgverleners staat nog in de kinderschoenen.
Dat zijn de belangrijkste bevindingen van
Het is inderdaad tijd voor professionalisering van de ondersteuning van second victims. In mijn dagelijks werk als coach voor deze groep maak ik nog te vaak mee dat managers en P&O consulenten -ook van MSB’s- mij glazig aankijken als zij een vraag krijgen over de effecten van medische incidenten, en het eventuele verzuim dat hier uit voort komt. Daarnaast zie ik regelmatig ‘doorschuifgedrag’. Beleidsmakers in zorgorganisaties en in beroepsgroepen vinden het een belangrijk onderwerp maar ze zeggen ‘daarvoor moet je niet bij mijn zijn’. P&O verwijst naar de medische staf of de VAR, deze verwijzen naar de beroepsvereniging en de beroepsvereniging verwijst naar de organisatie of zelfs naar het individu zelf: díe moet mondiger worden. Of ze zeggen dat het in hun organisatie niet voor komt.
Ik pleit voor korte, duidelijke informatie over dit onderwerp voor medisch professionals en beleidsmakers (hoe vaak komt het voor, wat zijn de effecten, hoe herken je het, wat kun je eraan doen) en deze informatie te integreren in alle medische en zorg opleiding, visitaties, beleidsoverleg in organisaties etc.
Tot slot nog een praktische tip: Een adequate opvang in de eerste 1,5 uur na het incident (zgn. 'golden hour') blijkt cruciaal voor een goede verwerking van de gebeurtenis bij de betrokken hulpverlener. Omdat er bij een incident gevoelens van schuld en schaamte een rol spelen is het van belang om deze eerste opvang door deskundigen van BUITEN de organisatie te laten doen.
De behoefte aan neutrale hulp na incidenten blijkt al jaren in vele publikaties en op vele congressen erg groot. Daar hoeven we geen nieuw congres meer aan te wijden. Want het probleem zit hem in het aanbod en de bekendheid met de neutrale hulp. Ik bied al meer dan 5 jaar die neutrale hulp, daardoor ken ik de hulpmarkt een beetje. Wat blijkt? Zorgverleners zoeken die hulp niet echt en zorgmanagers verwijzen niet naar die hulp. Op deze wijze komen we niet verder en blijft men steken in dezelfde kringetjes. Ik zit in Delft en ben te vinden op de website van Amiz.