Met inzet op ‘passende zorg’ wil de NZa de volumeprikkel p x q uit het zorgstelsel halen. In de bekostiging komen domeinoverstijgende zorgbundels. Bij de zorginkoop zullen meerjarenafspraken over passende zorg de standaard worden. NZa-directeur Josefien Kursten: ‘We realiseren ons dat passende zorg ook lastige discussies geeft. Het zal op plekken pijn gaan doen.’
‘Inzet op passende zorg is geen
‘Nieuwe bezems vegen schoon’ is het gezegde. Maar de NZa en het ZI zijn m.i. op een aantal punten niet (kosten)effectief bezig, en op andere punten bezig het wiel opnieuw uit te vinden, waardoor ook weer kostbare tijd en moeite verloren gaat:
A. De toename van welvaartsziektes bestrijd je het beste middels korting op de zorgkostenbijdragen/WMO-belastingafdrachten (care en cure) voor mensen met een goed voedings- en beweegpatroon (1). Dat is meestal af te lezen aan de bloedvettenwaardes en de versuikering van het hemoglobine (HbA1C) en waarschijnlijk nog wel meer biomarkers.
B. Prestatiefinanciering had verrichtingsfinanciering genoemd moeten worden, iets wat later door de betreffende ex-minister van VWS Ab Klink ook zo gesteld is. Want prestatiefinanciering doet denken aan beloning voor hoe een zorgaanbieder presteert. Terwijl het feitelijk beloning voor elke verrichting was (is), wat een breuk was met de (totaal)budgetfinanciering die tot dan toe gold (2).
C. De intentie van DBC’s — één prijs voor diagnose en behandeling — was goed, omdat (ook) het diagnostische verhaal veel ruimte bood om allerlei overbodige verrichtingen de declareren. Echter, de uitwerking resulteerde in een enorm gecompliceerd en bewerkelijk systeem dat nog steeds ruimte bood voor ‘upcoding’. De doelstelling werd dus niet gehaald en de DBC’s jaagden de zorgaanbieders op extra administratieve kosten (2).
D. Domeinoverstijgende zorgbundels lijkt niet meer te zijn dan een nieuwe term voor ketenzorg. Die kan de interdisciplinaire samenwerking bevorderen, maar komt ook weer met toenemende administratieve belasting, om maar één van de bezwaren ertegen te noemen (3; zie verderop voor een beter alternatief).
E. Zorgverzekeraars gedwongen laten samenwerken bij het toepassen van innovaties schuurt met het verbod op kartelvorming. Beter is om ze (weer) te laten opgaan in één, publieke zorgverzekaar (4).
F. MSB’s dienen de belangen van de specialisten maar frustreren vaak de gang van diverse andere belangrijke zaken. Het is duidelijk dat specialisten allemaal in loondienst zouden moeten gaan werken (nu naar verluidt al bijna 70%). Met behoud van faire beloning voor de vaak lange opleiding en de zwaarte van het werk, en schadeloosstelling voor betaalde goodwillovername (5).
G. Zorgconcentratie zal de zorg inderdaad beter en kosteneffectiever maken, maar dient wel te voldoen aan een aantal voorwaarden om de bereikbaarheid goed te houden (6).
En last but not least: passende zorg stimuleer je het beste middels uitkomstfinanciering (7). Eigenlijk wil je kwaliteitsfinanciering, maar in de cure zouden daarin de zorguitkomsten een hoofdrol moeten spelen. Dus naast de patiënttevredenheid — incl. die over de interdisciplinaire samenwerking — ook het pathologieverloop.
Er zijn al een enige tijd geleden systemen ontwikkeld en bij het ZI ingediend om de uitkomsten inzichtelijk te maken. Inclusief correctie voor confounders en op een administratief laagbelastende manier (8). Maar de implementatie daarvan zal moeten worden gedirigeerd door de Rijksoverheid, want de drie veldpartijen (zorgverzekeraars en -aanbieders en Patiëntenfederatie) zijn op dat gebied in de afgelopen jaren nauwelijks nader tot elkaar gekomen. Iedereen wil vasthouden aan zijn eigen positie en systemen.
Daar zouden NZa en ZI nu dus eindelijk eens echte stappen in moeten gaan zetten. Vooral ook omdat de door een bijna unanieme Tweede Kamer aangenomen motie-Smilde c.s., die uitkomstfinanciering verordonneerde, al van 2011 dateert (7). En die financiering had >uiterlijk< 2020 gerealiseerd moeten zijn. De praktijk is helaas het tegenovergestelde: er zijn nog nauwelijks echte vorderingen geboekt. En de zorgkosten stijgen en stijgen maar, terwijl de gezonde levensverwachting niet navenant meestijgt.
Een deel van de zorgkostenstijging komt door de vergrijzing en is dus onvermijdelijk, maar financieel-organistorisch is er nog een wereld te winnen in Nederland. Het is te hopen dat de Rijksoverheid, al dan niet in de vorm van de NZa en/of het ZI, daar nu eens (echt) de leiding in gaat nemen.
Referenties:
1. gezondezorg.org/preventiebeleid
2. gezondezorg.org/marktwerking
3. gezondezorg.org/kem.php#ketenzorg
4. gezondezorg.org/een-zorgverzekeraar
5. gezondezorg.org/arbeidsverband
6. gezondezorg.org/zorgconcentratie
7. gezondezorg.org/uitkomstfinanciering
8. gezondezorg.org/assessmentwerkwijze
Uitstekend oplossing om om zorgkosten te besteden op de meest passende manier en de meer behandelen+meer verdiensten/aanbod-prikkel-van-zorgverlening terug te brengen tot waar dat nodig is met compensatie in de overgangsfase naar passende zorg, waar mogelijk op afstand.