Hoogleraar psychiatrie Jim van Os ontwerpt een methode waarmee zorgverzekeraars, zorgaanbieders en gemeenten de doorgeschoten marktwerking in de ggz kunnen corrigeren. ‘Je wilt niet dat alle ggz-winkeltjes zich richten op de relatief makkelijk behandelbare hoogopgeleide patiënten.’
In veel gebieden in Nederland loopt
Je wilt inderdaad geen ‘cherry-picking’. Maar dat is binnen goed uitgewerkte uitkomstfinanciering ook prima te voorkomen: vraag middels een kort vragenlijstje de belangrijke confounders uit en corrigeer daarvoor. (Voor een uitgewerkt voorbeeld, zie https://gezondezorg.org/assessmentwerkwijze.)
Met behoorlijke confoundercorrectie plus onderlinge vergelijking per (differentiaal)diagnose is er voor zorgaanbieders, financieel gezien in ieder geval, helemaal geen reden om alleen maar de relatief makkelijk behandelbare, hoogopgeleide patiënten aan te nemen.
Daarbij kent dhr. Van Os’s systeem naar mijn idee twee fatale zwaktes:
* Je krijgt er geen inzicht in de effectiviteit van behandeling door.
* Stadsdelen veranderen van populatie, door wijkvernieuwing en spreidingsbeleid. Zo was de Amsterdamse Jordaan vroeger een arme-arbeiderswijk, nu een ‘yuppenbuurt’. En zo zijn er talloze voorbeelden.
Verder is er in de Nederlandse zorg alleen maar sprake van echte marktwerking op het punt van het geprivatiseerd zijn van de ziekenfondsen. Op het punt van zorg inkopen op basis van kwaliteit c.q. kosteneffectiviteit is er nog nauwelijks sprake van marktwerking, omdat er nog veel te weinig goede kwaliteitsdata voorhanden zijn. De zorgverzekeraars erkennen dit zelf ook.
Dat de vox populi ‘klaar is met marktwerking’, zoals het gelinkte artikel kopt, is m.i. te wijten aan onwetendheid en stemmingmakerij.