De kans om opgenomen te worden in een Brabantse ggz-instelling is twee maal groter dan in Noord-Holland. Behalve de hoeveelheid bedden is er geen demografische verklaring voor het verschil. Dit blijkt uit onderzoek naar psychologische zorg door zorgverzekeraar VGZ.
De hoeveelheid bedden die ggz-instellingen hebben
Als VGZ haar inkoopmarktmacht nu gaat inzetten om de capaciteit op onzorgvuldige wijze af te bouwen dan zal VGZ snel voor de rechter staan. VGZ zal nu een zorgvuldige en geduldige procedure moeten ontwikkelen.
Inderdaad deels een historisch gegeven. Daarnaast echter is het achterstallig onderhoud van niet-kritische zorgverzekeraars/zorgkantoren die de grote GGZ-instellingen hebben laten ‘heenrommelen’ en de historie ongemoeid hebben gelaten (onderzoek de verblijfsduur maar eens). Nu dit alles als een soort ‘aha-erlebnis’ brengen is wat makkelijk van zorgverzekeraars en wordt wat gebruikt om de eigen façade op te poetsen. Mooi natuurlijk dat er gezondheidswinst wordt behaald maar dat gaat met name over de lichtere zorgvraag. FACT wordt vaak weer gebruikt als dé oplossing en lijdt wat aan overwaardering (zoals meer transitiethema’s momenteel). Toekomst voor de bedden zit meer in maatwerk, zorgarrangementen die passen bij de verhouding van de individuele cliënt tussen zorg/begeleiding en participatie. Dan kom je waarschijnlijk uit bij andere partners waarmee de GGZ-instellingen dan samen tot echt goede oplossingen komen, mits zij zelf dan niet meer als hoofdaannemer gaan optreden. Dat vraagt echter loslaten van autonomie en volume-gretigheid en energie van zorgverzekeraars (en gemeenten) om die allianties per 1-1-2015 te realiseren.