Het Zorginstituut Nederland moet nieuwe kwaliteitskaders inhoudelijk toetsen op de balans tussen doelmatigheid en kwaliteit, adviseert de Algemene Rekenkamer in haar verantwoordingsonderzoek over 2017. Minister Hugo de Jonge van VWS vindt een procedurele toets echter voldoende.
Het kabinet werkt aan wetgeving om
Al wat langer geleden, bedoeld om een van de voorgangers (minister Ab Klink) van de huidige minister te ondersteunen bij het maken van keuzen ten aanzien van het verzekerde pakket, en om opstellers en beoordelaars van richtlijnen en standaarden kaders en houvast te geven, zijn door de RegieRaad (een voorloper van de huidige Kwaliteitsraad van het Zorginstituut Nederland) twee nog steeds zeer actuele documenten gepubliceerd. Het eerste heeft als titel: “Richtlijn voor Richtlijnen. 20 criteria voor het ontwikkelen en implementeren van een klinische richtlijn”, en het tweede (feitelijk een addendum van het eerste): “Gaan richtlijnen en doelmatigheid samen?”.
Deze documenten zijn, nadat de RegieRaad haar taken en verantwoordelijkheden over heeft gedragen aan het Zorginstituut Nederland, eigendom geworden van laatstgenoemde instituut, en bevinden zich thans in haar “oeuvre”.
Kortom, al het denkwerk dat is verricht, en de discussies die zijn gevoerd dreigen zich te herhalen. Dat moeten we niet willen! Als minister de Jonge de genoemde documenten leest, en het Zorginstituut Nederland het laagje stof er af zou blazen hoeven we ons nooit meer te laten verrassen.
We kennen de publieke en politieke belangen, we hebben in Nederland de expertise en capaciteit, en we hebben de “tools”. Een wetsvoorstel Aanscherping toetsing voorgedragen kwaliteitsstandaarden lijkt mij niet nodig.
“Aanscherping toetsing” heeft in de afgelopen 20 jaar tot meer regeldruk geleid. De afgelopen 8 jaar zijn de gevolgen in meerdere mate zichtbaar geworden waaronder de psychische en psychosociale problematiek.
De ‘kaders’ ofwel de kwaliteit hiervan is in dezelfde periode afgenomen, de criteria zijn misvormd. Voortzetting van het beleid leidt tot verdere uitval van personeel maar maakt ook dat de instroom tegengewerkt wordt.
“De overheid krijgt de verantwoordelijkheid voor het beschermen van een minimaal niveau van menswaardigheid voor een ieder van ons toebedeeld” aldus het studieboek ‘Staatkunde, Nederland in drievoud’ waarin de auteurs de grondslagen van de moderne staat inzichtelijk zijn gemaakt. Zij concentreren zich daarbij op de relatie tussen de staat en het recht. Verschillende opvattingen worden gepresenteerd die de lezer in staat moeten stellen zelfstandig de essentiële vraagstukken te analyseren in de relatie tussen staat en samenleving.
Juist omdat de volksvertegenwoordiger deze ontwikkelingen niet toets, hetgeen van uitermate belang is voor het onderhouden van de kwaliteit van de democratische rechtsstaat, is deze niet (volledig) in staat te functioneren. Het (dis)functioneren heeft consequenties voor de totale organisatie!
Laat een toezichthouder gewoon haar werk doen: inhoudelijke toets naar balans tussen kwaliteit en doelmatigheid. Uitmondend in een openbaar advies. Waarna de minister en Tweede Kamer met openbaar debat kunnen besluiten gemotiveerd (n)iets met het advies te doen. Waarbij de minister nog steeds, net als nu, het laatste woord heeft over consequenties en mogelijk veranderde invulling van het basispakket.