Er wordt steeds meer samengewerkt in oncologische netwerken. Tegelijkertijd staan deze netwerken nog voor grote uitdagingen, zo blijkt uit het rapport ‘Oncologische netwerken in beeld’. Volgens minister Kuipers, die het vrijdag in ontvangst nam, kan de kankerzorg alleen naar een hoger niveau als de zorg ook verder wordt geconcentreerd.
Kuipers kreeg het rapport op het
Ik lees: “Het is anno 2022 nog steeds veel te omslachtig om de medische gegevens van de patiënt op tijd en op de juiste plek beschikbaar te hebben. Het adequaat kunnen delen van data is bovendien van groot belang om de medische kennis vooruit te brengen’, aldus de samenwerkende partijen.”
Waar organisaties in ketens denken en eigen portalen en apps hebben, leven mensen in netwerken. Die mens is de enige constante in alle zorgprocessen, kent als enige zijn unieke sociale en professionele netwerk en heeft veel belang bij zijn gegevens en het tijdig, veilig en gecontroleerd beschikbaar zijn en kunnen delen daarvan.
Voor het eerst krijgen mensen een eigen digitaal hulpmiddel. Een gezondheidsplatform (PGO) dat hen regie geeft, waarmee eigen behoeften in beeld komen (Positieve Gezondheid), dat leefstijl, zelfmanagement en monitoring ondersteunt, de beschikking geeft over gegevens, duiding en context-informatie en digitale communicatiemogelijkheden in persoonlijke (dynamische) zorgnetwerken. Dat omvat natuurlijk naasten, lotgenoten, ervaringsdeskundigen én professionals/zorgaanbieders.
Gegevens die mensen zelf kunnen verzamelen, registreren en delen. Deze geïntegreerde gegevens vormen de basis voor gepersonaliseerde zorg, onderzoek en ontwikkeling.
De mens als ‘digitaal ondersteunde samenwerkingspartner’. Dat moeten we willen implementeren en opschalen voor toegankelijke zorg van toenemende kwaliteit en veiligheid met acceptabele budgetten en groeiend werkplezier.