1. Hoe gaat de overname van een zorgorganisatie in zijn werk?
“Een paar decennia terug waren overnames in de zorg nog heel overzichtelijk. Stel dat een huisarts met pensioen ging, dan had die vaak al een opvolger op het oog. Beiden schakelden een adviseur in om de overdracht goed te regelen – soms zelfs dezelfde. De overname werd vastgelegd in een compacte overeenkomst van praktijkoverdracht. En dat was dat.
Natuurlijk gebeurt dat soms nog wel zo, maar tegenwoordig komt er vaak meer bij kijken. Zeker bij grote praktijken en instellingen, omdat het financiële belang groter is. Ook het financiële en juridische risico is dan groter als er iets misgaat. Ook omdat de aspirant-koper een grote professionele partij of een (internationale) keten kan zijn.
Er zijn een paar aandachtspunten bij zo’n overname. Juridisch is het belangrijk vast te leggen tot welk moment onderhandelingen nog mogen worden afgebroken, in de fase voordat partijen overeenstemming hebben bereikt. Een 2e advies is vast te leggen welke informatieplichten beide partijen hebben als ze overeenkomsten aangaan en uitvoeren.”
2. Zijn er dan meer overeenkomsten aan de orde naast de koopovereenkomst?
“Bij een overname met een groot financieel belang is het verstandig om alvast andere overeenkomsten aan te gaan, vóórdat je over de koopovereenkomst gaat praten. Zoals een geheimhoudingsovereenkomst. Daarin regel je bijvoorbeeld dat financiële gegevens van de verkoper vertrouwelijk moeten blijven, en alleen mogen worden gebruikt om een bod uit te brengen. Met als straf een boete, om het financiële risico te verlagen.
Ik noem er nog een: de Letter of Intent. Die kun je een voorovereenkomst noemen die beide partijen alvast tekenen als er een voor de verkoper acceptabel bod is uitgebracht. Hierin staat welke informatie de verkoper aan de koper zal geven in het boekenonderzoek, of zoals het officieel heet: het due diligence onderzoek.
In de voorovereenkomst bepaal je ook of een van de partijen schade moet betalen als de beoogde transactie niet doorgaat. Vanzelfsprekend leg je daarbij vast onder welke omstandigheden dat geldt. Wat als bijvoorbeeld de uitkomst van het boekenonderzoek voor de beoogd koper tegenvalt, en de partijen het vervolgens niet eens worden over een verlaagde koopprijs? Vaak wordt afgesproken dat de onderhandelingen dan kunnen worden afgeblazen, zonder dat de beoogd koper een schadevergoeding hoeft te betalen.
Komen er geen opmerkelijke zaken uit het boekenonderzoek? En zijn er verder geen complicaties? Dan gaan de partijen de koopovereenkomst aan. Die bevat allerlei garanties van de verkoper en bijzondere voorwaarden voor de koper. Zoals een financieringsvoorbehoud en de voorwaarde dat de zorgovereenkomsten met zorgverzekeraars ongewijzigd kunnen worden voortgezet.
De verkoop kan een aandelenoverdracht zijn of een activa-transactie. Bij een aandelenoverdracht gaat in het algemeen de hele zorgonderneming over naar de koper. Bij activa-transactie geldt dat alleen voor de bezittingen die expliciet worden benoemd in de koopovereenkomst.”
3. Stel dat een opvolger een praktijk of apotheek wil overnemen. Is dat te financieren?
“Een belangrijke vraag is: hoe gaat de opvolger de koopsom betalen? Meestal leent die geld bij de bank en lost hij die lening na verloop van tijd af. Een complicatie hierbij is dat banken tegenwoordig minder snel geneigd zijn om de volledige koopsom te financieren. Daar bedenken wij dan oplossingen voor. Ik zal dit toelichten met een concreet voorbeeld uit de apothekerswereld.”
Praktijkvoorbeeld: Financiering opvolging door collega-zorgverlenerApotheker A is – via zijn besloten vennootschap – eigenaar van 2 apotheken. A wil zijn belang over enkele jaren afstoten wegens pensionering. A heeft gesprekken gevoerd met een aantal overnamekandidaten. Hij is tot de conclusie gekomen dat collega-zorgverlener B, die op dit moment als 2e apotheker bij hem werkzaam is, het beste in het gewenste profiel past. Collega-zorgverlener B wil de aandelen van A wel overnemen. Maar B kan zo’n overname niet in één keer volledig financieren. De bank wil maximaal 75 % van de koopsom financieren. Apothekers A en B vragen daarop een ondernemersadviseur om een berekening te maken van de waarde van alle aandelen van A. Plus een begroting voor de komende 10 jaren. Apothekers A en B richten dan samen een zogenoemde tussenholding op, die de onderneming van A koopt. De koopsom wordt volledig gefinancierd door A. In deze tussenholding hebben zowel A als B ieder een 50% belang. De zeggenschap voor belangrijke besluiten blijft wel bij partij A, vanwege het financiële belang. Uit de opgestelde begroting blijkt, dat B vanaf het 5e jaar genoeg vermogen heeft gevormd om zelf 25 % van de aandelen te kunnen betalen. Apothekers A en B gaan als aandeelhouder van de tussenholding een aandeelhoudersovereenkomst aan. Daarin regelen ze dat B vanaf het 7e jaar na oprichting het recht heeft om alle aandelen in de tussenholding over te nemen. B kan dan al 25% zelf financieren en hij leent hij 75% van de bank. Zo wordt hij na de overname volledig eigenaar van de beide apotheken. En na de overdracht van de aandelen gaat A fulltime van zijn pensioen genieten. De apothekers hebben zo samen een oplossing gevonden voor de financiering. Bovendien kan A zijn kennis als ervaren openbaar apotheker gefaseerd overdragen aan B, omdat A zich nog 5 jaar blijft inzetten. |
4. Een mooi voorbeeld. Maar tegenwoordig zijn het vaak ketens die overnemen, of niet?
“Ja, dat komt vaker voor. Overigens is de ene keten de andere niet. Het verschilt nogal waar ze zich op richten. Bepaalde ketens streven naar volumegroei: ze kopen centraal in, zo is er sprake van winstoptimalisatie. Andere ketens richten zich meer op het verstrekken van faciliteiten aan een zorgaanbieder. Denk aan huisvesting, het declareren, financiële verslaggeving. De zorgaanbieder kan zelfstandig blijven en meer tijd besteden aan de belangrijkste taak: het verlenen van zorg.
Wat ketens gemeen hebben, is dat zij in het algemeen een concurrerende koopsom bieden om een praktijk of instelling over te nemen. Ketens brengen vaak vooraf in kaart welke praktijk wellicht binnenkort te koop komt, bijvoorbeeld gezien de leeftijd van de praktijkeigenaar. Dan zoeken daar contact mee. Internationale ketens komen dan vaak met Engelstalige overnamecontracten. Het is verstandig daarover advies in te winnen, om ze goed te doorgronden.
Van onze leden horen wij wisselende verhalen over overnames door ketens. De laatste tijd helaas ook negatieve. Nogal wat leden schakelen ons in om hiertegen een dam op te werpen. Allereerst moet er dan een collega-zorgverlener worden gevonden die de praktijk wil overnemen. Vervolgens leg je in het overnamecontract vast dat deze collega de praktijk niet mag doorverkopen aan een keten, op straffe van een forse boete. Deze verplichting wordt tot slot dichtgetimmerd met een zogenoemd kettingbeding: iedere opvolger wordt verplicht het doorverkoopverbod aan een keten te regelen bij een verkoop.”
Dit artikel is tot stand gekomen met dank aan Lennard Werner, ondernemersadviseur bij VvAA.
Over VvAA Legal en Arie KreuleVvAA Legal is hét advocatenkantoor van Nederland met hart voor de zorg. VvAA Legal biedt juridische ondersteuning en specifieke kennis van de zorgmarkten en problematieken. Arie Kreule is al ruim 8 jaar actief als specialist ondernemingsrecht en governance bij VvAA. Hij is geregeld betrokken bij overnames in de zorg. |