Redenen om baan in zorg en welzijn op te zeggen al jaren onveranderd
Mensen die hun baan opzeggen in zorg en welzijn, vertellen al jaren hetzelfde verhaal. Onvrede over de leiding en te weinig invloed op de inhoud van het werk blijven de belangrijkste vertrekredenen. Voor de vierde keer in zes jaar onderzocht Pensioenfonds Zorg en Welzijn de belangrijkste redenen voor vertrek bij medewerkers in de sector zorg en welzijn. De bereidheid om deel te nemen aan het onderzoek was ook dit jaar groot: bijna een kwart nam de moeite de vragen te beantwoorden. Bij elkaar een groep van 6.500 medewerkers die in het afgelopen half jaar afscheid namen van hun werkgever.Onvrede over de organisatie
De bevindingen komen grotendeels overeen met voorgaande keren. De belangrijkste redenen voor vertrek zijn al jaren ‘het management/de organisatie’ (35%) en ‘de inhoud van het werk’ (34%). Wisselingen van leidinggevenden zorgen voor onrust en gemaakte afspraken die ongedaan worden gemaakt. Een teveel aan top-down aanpak zorgt ervoor dat beslissingen zonder overleg met de medewerkers genomen worden. Hierdoor voelen mensen zich niet gehoord en gesteund en worden zij belemmerd in het goed uitvoeren van hun werk. Verder grijpt het management niet altijd in om conflicten op te lossen in een team waar de sfeer slecht of zelfs onveilig is (oncollegiaal gedrag tot en met pesten aan toe). Daarnaast missen medewerkers het gevoel van respect of waardering.
Hoge werkdruk blijft aandachtspunt
Zo’n 28% noemt de hoge werkdruk reden van vertrek, hoewel deze iets is gedaald (31% in 2022). Daarnaast speelt werkdruk ook op de achtergrond bij de andere redenen vaak een rol. Werknemers in zorg en welzijn geven vooral aan dat onderbezetting (mede door ziekteverzuim), de druk om continu uren te verantwoorden en de vele administratieve taken ervoor zorgen dat zij niet de zorg kunnen leveren zoals zij dat zouden willen. Daarmee blijft de werkdruk een belangrijk aandachtspunt.
Meer geld niet doorslaggevend
Een andere constante factor in de vier onderzoeken is dat financiële beloning als vertrekreden minder belangrijk is. De beloning is voor maar 19% een reden om te vertrekken (22% in 2022). De helft van de vertrekkers gaat er financieel op vooruit in de nieuwe baan (gemiddeld ruim 10%). Slechts 11% gaat er op achteruit. 30% gaat bij de nieuwe baan meer uren werken (gemiddeld 6,6 uur per week) en zo’n 20% gaat minder uren werken (gemiddeld 5,5 uur per week). Wie zijn of haar baan opzegt, blijft over het algemeen wel in de sector werken; circa 2 op de 3 werknemers blijft de sector trouw. Zij die overstappen naar een andere sector hebben vaak een voorkeur voor het onderwijs en de overheid.
Reden tot zorg
Na vier onderzoeken in zes jaar naar de redenen van vertrek in zorg en welzijn, blijven de resultaten zorgelijk. Medewerkers die zelf hun baan opzeggen, wijzen over de jaren heen naar dezelfde verbeterpunten bij hun werkgevers. En die slagen er op hun beurt helaas niet in om het tij te keren. Ondanks dat de signalen al lange tijd gelijkluidend zijn, lijken veel werkgevers niet in staat hun beleid aan te passen om hun medewerkers sterker aan zich te binden.
Wilt u het hele onderzoek naar de redenen van vertrek inzien? Stuur dan een e-mail naar jorrit.lang@pggm.nl.
Data ook voor werkgevers beschikbaarPFZW heeft dit onderzoek kunnen uitvoeren omdat het beschikt over de data van alle aangesloten deelnemers van het pensioenfonds. Ook werkgevers kunnen van deze data profiteren. Het HR-dataportaal van PFZW helpt werkgevers op een laagdrempelige manier aan relevante data over instroom, uitstroom, behoud van instroom en andere gegevens van de eigen populatie en biedt de mogelijkheid om deze data te vergelijken met soortgelijke organisaties. Kijk hier voor meer informatie. |
Het is maar 1 kant van de medaille.
Onderzoek ook eens waarom medewerkers blijven.