De medicijnen die we nemen moeten ons beter maken. Dat spreekt voor zich. Maar om erachter te komen of nieuwe medicijnen patiënten ook echt beter maken, daar gaat een enorm traject aan vooraf.
Eerst moet er een werkzaam medicijn ontwikkeld worden, dan wordt het vaak al gepatenteerd en daarna getest. Als het medicijn die testen allemaal doorstaan heeft, kan het getest worden in de kliniek. Aanvankelijk op gezonde mensen, dan op een kleine groep patiënten en daarna op een grote groep patiënten.
Sterk veranderd
Maar het klinisch onderzoek is sterk veranderd de laatste jaren. Medicijnen die een grote groep patiënten helpt, voor veel voorkomende ziekten zijn over het algemeen al uitgevonden. Hedendaags medicijnonderzoek richt zich vaak op ‘personalised medicine’ – medicijnen die juist voor een kleine groep specifieke patiënten een groot verschil kunnen maken, maar die niet aanslaan bij de hele patiëntpopulatie met dezelfde ziekte. Hierdoor is klinisch onderzoek, en dan vooral het laatste deel, moeilijker geworden.
Een andere ontwikkeling is het gebruik van AI in het medicijnonderzoek. Novartis gebruikt AI bijvoorbeeld om databases van (oud) onderzoek te doorzoeken om nog meer toepassingen te vinden voor een bekend medicijn.
In deze podcast vertellen Rick Hendrick, medisch directeur bij Novartis Nederland, en Bart Scheerder, Business developer data driven innovation bij het Universitair Medisch Centrum Groningen en voorzitter van de Dutch Clinical Research Foundation, over de veranderingen, uitdagingen en kansen in het klinische medicijnonderzoek in Nederland.