Mensen in de ggz worden volgens psychiater Nico Moleman en Buurtzorg-directeur Jos de Blok, oprichters van BuurtzorgT, niet goed geholpen door de manier waarop de ggz is georganiseerd. De psychische problemen van mensen zijn opgeknipt in verschillende diagnoses. Voor elk diagnose is er een aparte zorgverlener. Daardoor zijn er te veel zorgverleners per cliënt. De Blok: “De fragmentatie in de zorg leidt tot veel drukte en extra problemen.”
Bekostiging ggz
De bekostiging van de ggz per diagnose stimuleert specialiseren, want dat loont. Daarnaast willen zorgprofessionals zelf zich graag specialiseren, omdat dat een hogere status geeft. “Maar het is een vak van de onmacht, want niks is bewezen”, zegt Moleman. De Blok: “Je hebt als specialist steeds minder zicht op het totaal, als je te veel vanuit diagnoses werkt. De wisselwerking met de omgeving maakt of een diagnose een groot probleem is. Een holistische en generalistische benadering levert veel meer op. Hij refereert aan een voorbeeld in zijn eigen familie. “Elke keer als er een specialist bij werd betrokken, werden de problemen erger.”
Bij BuurtzorgT, opgericht in 2014, werken 570 ggz-professionals in 80 autonome, zelfsturende teams, waarin ze zelf beslissingen nemen. Ze hebben geen last van managers die zeggen dat de productie omhoog moeten. Maar ze delen wel kennis en goede praktijken met elkaar. Professionals hebben de ruimte om hun vak uit te oefenen. Daarom heeft BuurtzorgT in bijna alle regio’s een wachtlijst voor psychiaters die graag bij de organisatie willen werken.
Groei is voor een nieuwkomer lastig, omdat verzekeraars veel geld wegzetten bij klassieke ggz-instellingen. Voor BuurtzorgT bood Steward ownership, met de idealistische Duits-Zwitserse investeerder, uitkomst om groei te financieren. Als Stewards bewaken Moleman en De Blok de koers, niet de externe investeerder.
Behandeling in sociale context
De individuele behandeling van patiënten maakt problemen complexer, stellen De Blok en Moleman. Daarom pleiten ze ervoor om ook de sociale context te betrekken bij behandeling. “Je moet mensen thuis zien, in hun natuurlijke leefomgeving, en aansluiten bij wat de context vraagt.”
Lage overhead
Met weinig beleidsmedewerkers en managers bedraagt de overhead maar 7 procent bij BuurtzorgT, tegen vaak 25-30 procent bij grote ggz-instellingen. De Blok: “Als ggz-aanbieders zoals BuurtzorgT zouden werken leidt dat tot betere zorg, met minder middelen en personeel.” Moleman: “Meer geld voor wachtlijsten leidt alleen maar tot nog meer problemen, omdat de structuur in de ggz niet verandert.” Moleman en De Blok leggen uit waarom het voor grote ggz-organisaties niet zo eenvoudig is, maar niet onmogelijk, om de werkwijze van BuurtzorgT over te nemen.
Ggz in de wijk
Als Moleman of De Blok minister zou zijn, zouden ze de ggz in de wijk stimuleren. Ze zouden de sociale psychologie als leidende visie nemen. Moleman: “Maak generalistische teams en beperk de klinische ggz tot umc’s.” De Blok: “Vergroot het probleemoplossend vermogen in de buurten. Laat vakmanschap floreren, want zorgprofessionals weten wat er nodig is. Landelijke toepassing van BuurtzorgT levert meer tijd voor de relatie met patiënten en minder tijd voor registratie en bureaucratie.”
Op 14 november 2024 organiseert Zorgvisie het congres ggz uit de knel met onder andere deze sprekers: Hans Kroon (Trimbos-instituut), Floortje Scheepers (UMCU), Anita Wydoodt (Parnassia Groep), Marjo Vissers (VGZ), Bart Bakker (proeftuin Ruwaard), Wilma Boevink (ervaringsdeskundige), Sharon Stellaard (bestuurswetenschapper) en Philippe Delespaul (professor Innovations in Mental Health)
Ik mis in dit stuk recente ontwikkelingen als de Mentale Gezondheidsnetwerken, GEM, verkennende gesprekken, laagdrempelige steunpunten. Hier wordt transdiagnostisch gewerkt samen met collega’s uit het sociaal domein. De financiering van de GGZ is sinds de invoering van het ZPM niet meer op basis van stoornis, zoals vermeld in het stuk. De buurtzorgT aanpak is prima maar niet uniek. Helaas is er sprake van enorme versnippering van GGZ aanbod waardoor de samenhang in de zorg vaak verloren gaat en bv crisisdiensten en acute keten niet goed meer te organiseren zijn door kerninstellingen.