Van de 26 reacties waren 22 lezers het hiermee eens. Kleine zorgaanbieders hebben een belangrijke rol binnen het zorgsysteem, maar tellen te weinig mee, vinden de lezers. Volgens de lezers zijn kleine zorgaanbieders juist nodig om de zorg te kunnen laten functioneren.
Samenwerkingsverbanden tussen kleine organisaties kunnen de kracht versterken, schrijft een lezer. Echter, volgens een psychiater uit de ggz is dat geen mogelijkheid. “Onderhandelen met zorgverzekeraars kan niet eens. Ons verenigen als groep kleine aanbieders lukt niet goed.”
Niet aan tafel
Grote zorgaanbieders zitten aan alle overlegtafels en beslissen daardoor mee over de gang van zaken, schrijven verschillende Zorgvisie-lezers. “Schaalvergroting, grote fusieorganisaties, concentraties van zorg maken de groten alsmaar groter en invloedrijker”, schrijft een CEO van een ziekenhuis. “En de grote aanbieders denken vanzelfsprekend met name aan zichzelf. Voor de kleintjes wordt niet gezorgd”.
“Kleine zorgaanbieders komen niet eens aan tafel bij gesprekken met de zorgverzekeraar.”, adviseur kwaliteit van de ggz. “Maar ze moeten met te weinig budget wel aan dezelfde wetgeving voldoen die veel kosten met zich meebrengen.”
Ook kosten kleine zorgaanbieders zorgverzekeraars vooral veel werk, denkt een beleidsmedewerker uit de ouderenzorg. “Ditzelfde geldt ook voor de Wlz die het liefst geen kleine zorgaanbieders contracteert. Het is makkelijker afspraken maken met aanbieders die een grote populatie klanten bedienen.”
Keuzevrijheid
Dat kleine zorgaanbieders te weinig meetellen gaat volgens lezers ten koste van de kwaliteit en keuzevrijheid. “Contracterende partijen willen liever met een klein aantal grote aanbieders werken dan met een groot aantal kleine aanbieders. Ons zorgsysteem staat hierdoor ver af van de menselijke maat. Het grote (geld) bepaalt steeds meer de dalende kwaliteit van onze zorg”, aldus een manager uit de thuiszorg.
En een kwaliteitsfunctionaris uit de thuiszorg schrijft dat bij zorgverzekeraars en de zorgkantoren grootschaligheid nog steeds de dominante richting is. “De keuzevrijheid van mensen wordt er aan opgeofferd.”
Voor(oor)delen
Volgens een psychiater uit de ggz is de overheid kleine zorgaanbieders liever kwijt dan rijk. Terwijl lezers verschillende voordelen noemen van kleine zorgaanbieders, vooral binnen de ggz. “Kleine ggz-aanbieders krijgen heel veel vooroordelen over zich heen die niet kloppen. We bieden een substantieel aanbod voor mensen met grote problemen die nergens anders terecht kunnen. De maatschappij heeft kleine zorgaanbieders nodig om te blijven functioneren.” En een andere ggz psychiater: “Zowel in de kinder- en jeugd als de volwassenenpsychiatrie is het overheidsbeleid vooral gericht op groter en grootst. Klein is verdacht en daar wordt van alles op geprojecteerd.”
En een ggz psychiater: “Als zelfstandig gevestigd psychiater behandel ik patiënten die niet passen ineen grote ggz organisatie. Daar zijn uiteenlopende redenen voor; de onpersoonlijke aanpak schrikt ze af, door verschillende diagnoses worden ze niet als 1 persoon behandeld, want elke diagnose kent z’n eigen zorgpad. Maar ook mensen die zelf werkzaam zijn in de ggz of mensen die een intensief psychotherapeutische behandeling willen en nodig hebben. Deze worden in de grote GGZ niet meer geboden.”
Ten slotte schrijft een zelfstandig uit de ggz ook dat kleine aanbieders juist belangrijk zijn. “Zij vangen de gaten op in de zorg die door de eenheidsworst van grote organisaties bestaan. De cliënten bij kleinere organisaties passen met hun problemen vaak niet bij de grotere organisaties. Het werk dat ze doen is daarom essentieel.”
Maar niet alleen binnen de ggz zien lezers voordelen. Een beleidsmedewerkers uit de thuiszorg ziet ook de voordelen van kleine zorgaanbieders. “Ze zijn de ‘smeerolie in de zorg’. Ze zijn flexibel en kunnen makkelijker inspelen op onverwachte en specialistische vragen. Maar ook op cliënten die een andere taal spreken of andere cultuur hebben. Zij helpen daarmee soms grote organisaties uit de brand. Hiervoor zou meer financiële ruimte moeten komen.”
Maatwerk
Vier lezers zijn het niet eens met de stelling. Ook zij zien de meerwaarde van kleinere zorgorganisaties waarbij ook de noodzaak wordt genoemd van samenvoegen van kleinschalige ggz-aanbieders. Een bestuurder uit de ouderenzorg stelt dat het afhankelijk is van hoe je je als bestuurder opstelt. “Het is prima mogelijk om mee te tellen.”
Een ggz directeur: “Juist het maatwerk, de wendbaarheid en de focus met een aanbod voor een specifieke doelgroep maakt kleine ggz spelers van toegevoegde waarde. Juist door deze focus weten cliënten ons te vinden en willen medewerkers graag samenwerken bij doorverwijzingen. Anders wordt dat als je op management niveau komt. Oude reflexen vanuit het monopolie denken voeren veelal daar nog hoogtij.”
Duurzame zorg
Een voorzitter van de rvc binnen de ggz schrijft dat het samenvoegen van kleinschalige ggz-aanbieders, met name binnen niet-multidisciplinaire zorgorganisaties een positieve ontwikkeling kan zijn. “Het is geen kwestie van te weinig meewegen, maar eerder van een noodzakelijke verschuiving richting samenvoegen en innovatie binnen de ggz, die noodzakelijk lijkt om de zorg duurzaam te organiseren. Door kleinere zorgaanbieders samen te voegen, kunnen de procentuele overheadkosten worden verlaagd, wat financiële ruimte biedt voor investeringen in innovatie en kwaliteit van zorg. Hoewel dit proces aanvankelijk weerstand kan oproepen bij kleinere zorgaanbieders vanwege de druk op hun financiële positie, kan het op de lange termijn bijdragen aan een meer efficiënte en toekomstbestendige zorgsector.”