De Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ) en de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) onderzoeken momenteel de gevolgen van de komst van commerciële huisartsenketens op de kwaliteit en toegankelijkheid van zorg. Wat vindt u: Wat moet de overheid doen met commerciële ketens van huisartsen?
Het aantal klachten over huisartsenzorg bij
Lees het boek Society 4.0 waarin wordt verwoord hoe wij wereldwijde in een maatschappij-transformatie zitten, waaruit blijkt dat wij zijn doorgeschoten in commercieel en marktgericht denken en kwaliteit en menselijkheid uit het oog is geraakt. Deze notie begint toenemend door te dringen. Vanuit dat perspectief is het de kunst om zo dicht mogelijk weer naar regionale (!) dus geen onpersoonlijke, commerciële, regio-overstijgende, organisatie-vormen te komen waar de vakmensen (huisartsen in dit geval) mede bepalen hoe er georganiseerd wordt in het belang van de patiënt naar hun overtuiging als vakmens. Daarbij dat er ook nieuw en beter gekeken wordt hoe ook huisartsen zelf het werk plezierig in werk/privé-evenwicht kunnen krijgen, wat ook nieuw is: zowel uit noodzaak omdat huisartsen anders niet meer willen werken als vanuit inzicht dat mensen beter werken en blijven werken als dat evenwicht in orde is. De kunst nu is om maximaal op regionaal niveau (in Amsterdam 50×50 km in Twente wat meer) organisaties te creëren (bijv. de buurtdokters van Jos de Blok) die de inbreng van artsen serieus nemen qua inhoud, maar waar zorg-kwaliteit leidend is en organisatie-kosten beperkt blijven en winst alleen toekomt aan de huisartsen en de organisatie maar niet en nooit wegvloeit naar aandeelhouders of andere externe eigenaren, die daar alleen een winstoogmerk mee hebben. In deze laatste zin zit de crux: inkomsten dienen alleen de toegevoegde waarde te dekken en de continuïteit en nergens anders terecht komen.