Voor preventie en leefstijlinterventie komt steeds meer aandacht. De nadruk daarvan ligt sterk op bewegen en gezond eten, fysieke aspecten van gezondheid. ‘Dit terwijl leefstijl een behoorlijke mentale component heeft’, zegt Joep Verbugt, bestuursvoorzitter van GGzE. Hij pleit voor een breed offensief om de mentale gezondheid de aandacht te geven die ze verdient.
Verbugt is samen met Kees Kraaijenveld
Wordt nu het echec van de allang uit elkaar vallende geneeskunde ook pijnlijk duidelijk in de GGZ? Wij zijn ook hier in geneeskunde bedrijven en zorgstelsels inrichten achter de Amerikanen gaan aanlopen. Met al hun farmacologisch en medisch industrieel geweld. Oplossingsgericht denken en handelen in honderden kleine kokers, van aambei tot zwaarmoedigheid met ook telkens weer andere verdienmodellen. Als scoliosechirurg heb ik in zo’n veertig jaar tijd de hele preventiekracht in common sense, het onderwijs, de gymnastiek, de heilgymnastiek, het oorzaakgevolg-denken in de orthopedie rond de “houding” en de oorzaakgerichte correctiemethoden van gipscorsetten en braces zien instorten. En de ziekenhuizen dit “dure product” van scoliosen , die dan maar geopereerd moesten worden, de deur uit zien duwen, met steeds minder orthopeden, die in dit stuk ( kennis van houdingsontwikkeling) interesse bleven houden, terwijl het aantal orthopedisch chirurgen in die 40 jaar vervijfvoudigde!
Maar we zijn ook breder lichaam en geest, onze anatomische eenheid en de fysiologische samenhang in duizend stukjes gaan knippen. Sinds we zijn opgehouden de preventiekennis en -kracht uit de Gezondheidsleer zoals die uit de vnl. Duitstalige medische wetenschap, de opvoedkunde, de baby en peuterverzorging ( niet zitten voor ze sterk genoeg zijn om het zelf te kunnen) , de gymnastiek als onderdeel van de preventieve geneeskunde (door Virchow bij Bismarck door de strot geduwd), zien we detorieren van de lichamelijke en “geestelijke” ontwikkeling van de jeugd. De zorgen over het lichamelijk en geestelijk disfunctioneren van de jeugd laat zich het beste aantonen in het VerweyJonkersrapport over de jeugd(2018) , waar twee ministeries in de Tweede Kamer zeer laf op reageerden: het rapport laat het turven van 1,3 miljoen 0-25 jarigen zien, die al met een chronische diagnose rondlopen. Daar loopt dus de GGZ ook tegen aan! Het is niet “de maatschappij”, de overheid, het onderwijs of “de ouders”, die hier iets aan konden doen. Het is de sedentaire leefstijl (RIVM). Maar ook de academische medische wetenschap, die de basisvakken, het gewone, het gezonde en de allang bekende wegen naar detoriëren niet meer tot diep in de geneeskunde en common sense in leven hielden. En dat is duur en heel lastig op te lossen. Terug naar de bron van deze kennis.
Mooie woorden en een heldere boodschap, maar wel aan de achterkant van een al langer oplopende pandemie, uitgesproken. Met kennis van het Duits is er door studie van de Gezondheidsleer, de opvoedkunde voordat Spock de boel omgooide, het werk van de kinderarts Maria Montessori en de klassieke orthopedie (o.a. gymnastiek en beweegspelletjes) veel aan te wijzen over het uit de hand lopen van incidenties van “onze leefstijlziekten” . De goede ( liefst optimale) fysieke ontwikkeling, de lichaamsfuncties, lopen in de natuur altijd vooruit op de latere cognitieontwikkeling, de goed gedragsvorming en een goed leervermogen. Wordt met name de ontwikkeling van het neuro-locomotor systeem ( uitrekken, bewegingsdrang, verkenningsdrang etc.) niet gestimuleerd, maar juist afgeremd, dan stapelen de problemen zich, ook juist later alleen maar op. Als het tot preventiekracht in NL moet komen, dan zijn de allerjongste het eerst aan de beurt !Het RIVM moet de sedentaire leefstijl van het kind ook aanvoeren om het doorstijgen van veel ( vroeg degeneratieve) aandoeningen van onze orgaansystemen (dus ook het CZS) te verklaren.
Bij de volwassen met ontwikkelingsstoornissen van het CZS door het niet goed op stoom komen van onze neurotransmitterhuishouding ( hypokinesie) en dus ons hormonale stelsel, kom je er met een ” ommetje” niet. We hoeven niet allemaal naar Santiago te lopen, als we onze kinderen en patiënten maar leren (en voordoen) dat onze benen ons goed kunnen helpen om gezond te groeien, gezond te blijven en weer gezonder te worden.