Artikel bewaren

U heeft een account nodig om artikelen in uw profiel op te slaan

Login of Maak een account aan
Reacties2

Sjaak Wijma: ‘Gesprek met patiënt over passende zorg geeft spanning’

Corine Lutz
Zorginstituut Nederland pleit voor een maatschappelijk debat over passende zorg voor mensen met kanker. “Iedereen in Nederland moet zich bewust zijn van de grenzen aan oncologische zorg. Het is tijd om met elkaar in gesprek te gaan over wat waardevolle zorg is”, zegt voorzitter Sjaak Wijma.
Lonneke Koenraadt en Sjaak Wijma. Foto's: Zorginstituut

Deze oproep doet het Zorginstituut in het ‘Signalement Passende zorg voor mensen met kanker; waardegedreven oncologische zorg’. Binnen het debat moet aandacht zijn voor de mogelijkheden en onmogelijkheden van nieuwe en dure technologieën en geneesmiddelen. En voor proactieve zorg met daarbij een belangrijke rol voor samen beslissen.

Spanning

Om met de grote vraagstukken in de zorg, zoals beschreven in het Integraal Zorgakkoord (IZA), aan de slag te gaan is het noodzakelijk te weten waar de pijnpunten zitten. Dat zegt Lonneke Koenraadt, manager medisch specialistische zorg bij het ZiN. “Het gaat om de waarde van zorg voor het individu en tegelijkertijd de waarde voor de samenleving. Dat geeft soms spanning, want soms wordt verzekerde zorg op populatieniveau als passend gezien, maar is dat niet per se het meest passend voor de individuele patiënt en andersom.”

“We moeten de zorg anders organiseren”, zegt Koenraadt. “De grootste zorg is misschien wel het enorme personeelstekort, maar er zijn nog meer oorzaken. Zo is er een toename van het aantal patiënten met kanker, een toename van medische kennis waardoor steeds meer mensen in de zorg terecht komen, zijn er veel nieuwe behandelmethoden en geneesmiddelen en mensen worden langer en intensiever behandeld vergeleken met vroeger.”

Meer informatie

Passende Zorg

Hoe overbruggen we de kloof tussen theorie en praktijk?
Utrecht

“We hebben daarbij jarenlang gedacht dat we met de inzet van levenswinst bij kanker de zorg voor patiënten zouden verbeteren. Nu weten we dat dat ook ten koste kan gaan van de kwaliteit van leven van patiënten”, vult Wijma aan. “En daarnaast zijn er nog de bestaande richtlijnen. Deze gaan over de gemiddelde patiënt, terwijl we weten dat de gemiddelde patiënt niet bestaat. Je moet daarom ook kijken naar wat de waarde is van de zorg voor een individuele patiënt en de maatschappij.”

Crisis

De spanning zit volgens Wijma ook in het gesprek met de patiënt over passende zorg. “Daar zijn nieuwe, scherpere kaders voor nodig. Een kader geeft richting aan welke waarde we verwachten van behandelingen en geneesmiddelen, zodat je als arts en patiënt een afgewogen keuze kan maken binnen de mogelijkheden die er zijn.”

Het is duidelijk dat het daarbij niet alleen over geld gaat, stelt Wijma. “Het gesprek moet ook gaan over wat dat de zorg oplevert. Wat vinden we er bijvoorbeeld van als er een nieuw duur geneesmiddel wordt aangeboden, terwijl een patiënt daarmee, ‘op papier’, vier weken langer leeft. Dat is natuurlijk een gevoelig punt, maar we kunnen het geld voor de zorg maar één keer uitgeven. Het is een groot vraagstuk of we eindeloos in de zorg kunnen blijven investeren.”

Volgens de bestuurder is dit het moment om het gesprek daarover met elkaar aan te gaan. “Het is belangrijk om de ethische dilemma’s die hierbij spelen transparant te maken. Wacht daarmee niet tot de echte crisis in de zorg er is. We hebben nu een debat nodig met input van alle verschillende partijen om een aanvaardbaar kader op te stellen.”

Samen beslissen

Er is volgens het instituut een omslag nodig van behandelen naar meer proactieve zorg. Proactieve zorg is een continu proces waarbij de patiënt en zorgverlener spreken over wensen en waarden van de patiënt en door samen beslissen vaststellen wat de meest passende behandeling of zorg is”, zegt Koenraadt. “Patiënten moeten zelf keuzes kunnen maken en mondiger worden.”

Wijma: “Een patiënt moet beter geïnformeerd worden over wat de keuzes en mogelijkheden zijn en wat de invloed is van deze keuzes. En een arts moet voldoende scholing krijgen om proactieve zorgplanning in de praktijk te kunnen toepassen. Daar is vervolgens wel ruimte voor nodig in het gesprek.”

Het draait hier volgens Wijma dan ook om samen beslissen. “Dat is zo belangrijk, maar gebeurt nog te weinig. Uit Nederlands onderzoek van Paul Brand blijkt dat artsen denken dat ze het doen, maar vaak leggen ze vooral uit wat zij denken dat het beste voor de patiënt is.”

Daarnaast is volgens Wijma doelmatigheidsonderzoek nodig naar de best passende inzet van behandelingen die passen bij bepaalde patiëntkenmerken. “We moeten met elkaar blijven onderzoeken hoe we zorg vanuit de basisverzekering zo gepast mogelijk kunnen inzetten.”

Contracteren op inhoud

Ruimte voor dit gesprek en daarmee waardegedreven zorg vraagt om een passende financiering. Koenraadt: “De Nederlandse Zorgautoriteit heeft hier uitgebreid onderzoek naar gedaan. Per 2026 komt er een prestatie voor proactieve zorgplanning en samen beslissen wordt beter ingebed in de dbc-structuur. En de NZa onderzoekt ook een andere manier van bekostiging van de medisch specialistische zorg.”

Volgens Wijma willen verzekeraars wel investeren in samen beslissen. “Ze willen alleen weten wat ze daarvoor terugkrijgen en kopen bijvoorbeeld een dbc waarin samen beslissen ook is opgenomen.”

Bekostiging op basis van p x q vindt Wijma dan ook niet per se slecht. “Het moet alleen niet draaien om productie, maar of de prijs en het product leiden tot meer gezondheid van de patiënt en de samenleving. Als de kwaliteit van het product goed is, dan wil een zorgverzekeraar daar wel voor betalen. Maar dan moeten we met elkaar in gesprek over contracteren van transactioneel naar relationeel.”

Minister spreekt andere taal

Wijma hoopt dat de nieuwe minister van VWS Fleur Agema met het Zorginstituut in gesprek gaat. “Het is noodzakelijk dat we elkaar begrijpen, nu spreken we nog een andere taal. We willen de zorg anders, waarde toevoegen en daarmee het juiste doen voor de patiënt en de maatschappij. De vraag is niet hoe we minder zorg kunnen leveren, maar hoe we het op een andere en beter manier kunnen doen. Het gesprek daarover ga ik graag met de minister aan.”

 

Congres Passende zorg

Op 10 oktober organiseert Zorgvisie in Utrecht het congres Passende zorg. Sprekers zijn onder meer Sjaak Wijma (voorzitter Zorginstituut Nederland), Geranne Engwirda (bestuursvoorzitter NZa), Jan Kremer (speciaal gezant VWS passende zorg), Georgette Fijneman (directievoorzitter Zilveren Kruis), Karin Leferink (bestuurder IJsselheem) en Floortje Schepers (hoogleraar innovatie in de ggz).

2 REACTIES

  1. Wat passende oncologische zorg is, is natuurlijk dit: zorg die de kwaliteit van leven (KvL) op peil houdt of verbetert, en/of bij niet al te zeer teruglopende KvL het leven verlengt. Daar zal iedereen het dan ook snel over eens zijn.

    Het bleek zelfs dat de formule waarmee een passende prijs daarvoor berekend kan worden ook verrassend eenvoudig is. Hij staat beschreven op https://gezondezorg.org/vergoedingsregulering.

    Hét grote punt echter, waar de politiek al decennialang geen standpunt over durft in te nemen uit onwetendheid en angst voor stemmenverlies, is hoeveel een quality-adusted life year (QALY) mag kosten. Dáár zal het gesprek met de minister al snel over moeten gaan.

    • Toevoeging: En als de politiek daar nu eindelijk wel eens een standpunt over inneemt, wordt het gesprek met de patiënt voor de behandelaar ook een stuk makkelijker. Want de behandelaar kan dan alleen nog maar behandelingen aanbieden die werkelijk iets bieden, tegen kosten die in verhouding staan tot de effectiviteit ervan en de prevalentie van de betreffende kankersoort.

Geef uw reactie

Om te kunnen reageren moet u ingelogd zijn. Heeft u nog geen account, maak dan hieronder een account aan. Lees ook de spelregels.