Een van de belangrijkste doelen van het fieldlab is het ontwikkelen van nieuwe beeldgestuurde behandelingen van kanker. Volgens Nico van den Berg, hoogleraar computational imaging, is het streven om een deel van de behandelingen minimaal invasief of zelfs geheel non-invasief te maken. ‘Dit leidt tot minder belasting voor de patiënt, minder neveneffecten, en minder nazorg.’
Voor het zorgsysteem betekent dit dat bepaalde kankerbehandelingen poliklinisch kunnen plaatsvinden. Dit vermindert de druk op operatiekamers en intensive care-units. Het zorgpersoneel, zoals oncologisch verpleegkundigen, ervaart bovendien minder druk doordat minder patiënten worden opgenomen. De zorgkosten kunnen door dit alles eveneens aanzienlijk omlaag.
Een concreet voorbeeld van de impact van deze ontwikkelingen is de behandeling van prostaatkanker. Traditioneel moesten patiënten soms wel twintig bestralingssessies ondergaan om te voorkomen dat gezond weefsel werd aangetast. Dankzij beeldgestuurde behandeling kunnen artsen nu veel preciezer richten op het doelgebied. Daardoor wordt het aantal behandelingen teruggebracht van twintig naar vijf en uiteindelijk mogelijk zelfs naar twee. Momenteel loopt er een klinische studie die deze nieuwe manier van behandeling van prostaatkanker vergelijkt met chirurgische behandelingen in termen van effectiviteit en vooral ook neveneffecten.
‘Dit alles vermindert niet alleen de belasting voor de patiënt, maar ook complicaties zoals incontinentie,’ aldus Maarten van Kouwen, innovation officer beeldgestuurde behandelingen bij het UMC Utrecht en eerder werkzaam bij Philips.
Hoewel de focus in eerste instantie op oncologie ligt, is het de bedoeling de innovaties rondom nieuwe beeldgestuurde technieken in de toekomst ook toe te passen in andere medische velden, zoals cardiovasculaire en neurologische aandoeningen. ‘Het basisprincipe blijft hetzelfde: eerst zien wat je behandelt met behulp van geavanceerde beeldvormende technologie zoals MRI en CT, en vervolgens de behandeling lokaal en gericht uitvoeren,’ aldus Van den Berg.
Maarten van Kouwen benadrukt het belang van open innovatie en de noodzaak van samenwerking met diverse partners. ‘Het fieldlab stuurt aan op nauwe samenwerking op grotere schaal. In het zogeheten IMAGINE consortium werken naast UMC Utrecht en Philips verschillende instituten zoals het Nederlands Kanker Instituut (NKI), de Technische Universiteit Eindhoven, Centrum voor Wiskunde en Informatica en Hogeschool Utrecht volgens open innovatie principes nauw samen met andere bedrijven. Dit gebeurt bijvoorbeeld al voor MRI gestuurde radiotherapie waarbij Elekta en Philips nauw betrokken zijn. We nodigen expliciet ook andere bedrijven uit om aan te sluiten. Deze samenwerkingen, mogelijk gemaakt door wetenschappelijke subsidies en private investeringen, zorgen ervoor dat de technische innovaties sneller en effectiever worden ontwikkeld en geïmplementeerd.’
Het nieuwe fieldlab van UMC Utrecht en Philips is een goed voorbeeld van samenwerking tussen een groot ziekenhuis en een innovatief bedrijf, aldus Van den Berg. ‘Door ons te richten op nieuwe behandelingen met beeldtechnologie, werken UMC Utrecht en Philips aan een toekomst waarin de zorg meer op de patiënt is gericht en duurzamer is. Samen laten we zien wat er mogelijk is als we onze kennis combineren, met als doel betere zorg voor iedereen.’
Naast beeldgestuurde behandelingen richt het fieldlab zich ook op het verbeteren van behandelingen met behulp van AI en data. AI kan helpen om de enorme hoeveelheid patiëntendata uit klinische studies sneller te analyseren en te gebruiken voor effectievere zorg. Zo kan de behandeling preciezer en met minder belasting voor zorgpersoneel worden uitgevoerd. Dit draagt ook bij aan een duurzamer zorgstelsel, doordat behandelingen beter op de individuele patiënt kunnen worden afgestemd. Bij darmkanker wordt bijvoorbeeld onderzocht of de respons van patiënten op radiotherapiebehandeling kan worden vastgesteld met behulp van MRI-beeldvorming en AI. Op deze manier kan een volgende operatie mogelijk achterwege blijven. |