Zelfstandig, zelfverantwoordelijk, resultaatverantwoordelijk, zelforganiserend, zelfsturend… Niet-traditionele teams binnen de zorg worden op veel manieren aangeduid. Maar wat zijn precies de verschillen? En wat is er nodig voor succesvolle implementatie van zo'n zelfstandige werkwijze van zorgteams? Anneke Offereins, als promovendus verbonden aan de Hogeschool Utrecht, geeft antwoord op deze vragen. Momenteel onderzoekt zij de effecten van een bottom-up veranderinterventie op de kwaliteit van de verpleeghuiszorg, het werk en de organisatie.
Dat er veel soorten termen bestaan,
Een mooie praktijkcase over succesvolle zelfsturin en organisatie staat in het boek “betere zorg met minder doekoe”. Zie ook https://www.zelfsturing-zorg.nl/zelfsturing
“De rol van de bestuurder is essentieel bij zelforganisatie”. Ik onderschrijf het van harte. Zie onderstaand citaat uit “Een bestuurder moet vooral niet sturen” van mijn hand, dat in oktober 2019 het licht zal zien.
Klaas Pool
Van een bestuurder wordt verwacht dat hij hét boegbeeld van de organisatie is. Degene op wie men trots kan zijn, degene door wie men zich vertegenwoordigd
weet. Nu lijkt dat woord ‘boegbeeld’ wel heel wat, maar als je het goed beschouwt
heeft een boegbeeld helemaal niet zo’n actieve rol als het er op aankomt. Het is in ieder geval iets totaal anders dan een kapitein, die van bovenaf alles bestuurt. De Vikingen plaatsten vroeger een boegbeeld op hun schip om het te beschermen tegen de aanvallen van boosaardige monsters. Vanuit die optiek kan een boegbeeld ook gezien worden als ‘hitteschild’ dat de organisatie beschermt tegen allerlei aanvallen van buiten in de vorm van allerlei, soms overbodige, weten regelgeving, politiek geharrewar of wat dan ook. De bestuurder moet er voor zorgen dat de mensen gewoon hun werk kunnen doen, hun eigen kennis en kunde optimaal kunnen inzetten en zo instaan voor een adequate dienstverlening aan de cliënt (tot zover een citaat uit het boek