Gemeenten willen aanbieders bij de inkoop van Wmo-zorg een reële prijs bieden, maar dan moeten deze zorgaanbieders wel open zijn over hoe hun kostprijs tot stand komt. Dat schrijft de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) in een recent beleidsstuk over ‘reële prijzen voor de Wmo 2015’.
Demissionair staatssecretaris Martin van Rijn (VWS)
“Zij mogen niet ver beneden een reële prijs offreren om zo de aanbesteding te winnen.” Helaas werkt de marktwerking niet zo. De overheid (lees Zorgkantoor) heeft invloed op de inkoopprijzen. Neem de aanbesteding van de Thuiszorg in de gemeente Utrecht. Door de zgn. reële prijzen moeten alle contractanten met verlies hun diensten leveren. Hoe reëel zijn dan die inkooprijzen als je zo met je zorgpartners omgaat als gemeente? Hoezo de cliënt leidend en centraal stellen in combinatie met goede kwaliteit van zorg (lees maatwerk)!
Eens met de eerdere reacties. Deze open boek procedure wordt inkooptechnisch onjuist ingezet en gaat daardoor dan ook destructief werken. We krijgen hierdoor een varkenscyclus die gevaarlijk wordt voor de volksgezondheid. Het is niet verkeerd om open boek procedure in te zetten, als deze maar bedoeld is om te verbeteren. Om te komen tot een hogere (meervoudige) waardecreatie. Zolang de gemeente zelf niet in de gaten heeft welke waarden de inzet van de zorgaanbieders voor de gemeente kunnen betekenen, levert deze open boek procedure geen toegevoegde waarde dan alleen een averechts effect die wij als maatschappij niet willen.
De zorg ontwikkelt zich van reactief naar pro-actief en preventie. Heeft de gemeente al door welke consequenties dit heeft voor de huidige zorgverlening?
Een aparte benadering als de gemeente zich gaat bemoeien met de kostprijssamenstelling van de aanbieder. Dan kunnen ze die net zo goed in dienst nemen…De aanbieder hoort zelf verantwoordelijk te blijven voor zijn berekeningen – en voor zijn eventuele falen door onderbieding. Het zou dus beter zijn als de gemeente voorafgaand aan het afsluiten van een contract met de aanbieder deze erop wijst dat gevolgkosten bij tekorten voor de aanbieder zijn en niet voor de gemeente.
De terughoudendheid van zorgaanbieders kan ik goed begrijpen. De budgetten van de gemeenten staan onder druk en er is al ontzettend veel bezuinigd sinds de invoering van de WMO 2015. In veel gevallen is er 20% van de tarieven afgegaan. Daarnaast zijn er gewoon 'wurg' contracten, waarbij alle risico's bij de aanbieders is neergelegd. De gemeentelijke overheden hebben zich daarmee ook niet als een betrouwbare partner laten zien.
Daarnaast is er nog wat aan de hand. Hoe zit het met inkopen op kwaliteit, in plaats van op prijs? Zou de gemeenten niet moeten gaan voor de beste zorg voor haar burgers en daar de inkoop op moeten baseren?
Dit alles los van het economische principe om je kostprijs niet te delen. Het is niet aan de koper om daar iets over te zeggen. Ik kan mij niet herinneren dat ik een verkoper ooit gevraagd heb naar de kostprijs van mijn koffiezetapparaat, het strijkijzer, mijn brood, enz.